Kinderzorg

Jouw behandeling

print

Een goede voorbereiding van je bezoek aan onze polikliniek is belangrijk. Daarom is het handig als je vooraf van een aantal zaken op de hoogte bent.

Vragen formuleren

Een goed idee is om thuis met je ouders alvast op te schrijven welke vragen je ons wilt stellen en welke informatie je zelf wilt vertellen. Zo voorkom je dat je iets vergeet te zeggen. Bovendien kan het helpen om goed onder woorden te brengen wat je klachten zijn.

Sms-dienst

In principe ontvang je één week vóór je afspraak een sms-bericht van ons, met een herinnering aan onze afspraak. Als je geen mobiele telefoon hebt of geen sms-bericht wilt ontvangen, kunnen je ouders dit telefonisch aan ons doorgeven.

Waar meld je je?

Je meldt je samen met je ouder(s) bij de polikliniek Orthopedie, dertig minuten vóór de afgesproken tijd. Wanneer je voor de eerste keer komt, word je eerst ingeschreven. Zijn er gegevens (zoals adres, zorgverzekeraar of huisarts) veranderd, dan geven je ouders dat ook bij aankomst bij de polikliniek Orthopedie door. De polikliniek Orthopedie vind je vanuit de hoofdingang op de begane grond aan de linkerkant (routenummer 006). Als het nodig is, kun je gebruikmaken van een rolstoel (borg €2,00).

Als je niet kunt komen

Kunnen jij en je ouders niet naar de afspraak komen? Geef dit dan uiterlijk 24 uur van tevoren aan ons door via telefoonnummer (0485) 84 53 50 (maandag tot en met vrijdag 8.30 tot 16.30 uur).

Wat neem je mee?

Bij je bezoek aan de polikliniek is het belangrijk dat je ouders onderstaande zaken meenemen:

  • Afspraakbevestiging
  • Verzekeringspas
  • Legitimatiebewijs zoals paspoort, rijbewijs of identiteitsbewijs
  • Overzicht van medicijnen die je gebruikt (verkrijgbaar bij de apotheek) (indien van toepassing)

Voorkomen van MRSA- en BRMO-bacterie

De Sint Maartenskliniek stelt alles in het werk om infecties bij patiënten te voorkomen. Je kunt daar zelf aan meehelpen. Wanneer je één van de volgende vijf vragen met ‘ja’ kun beantwoorden, verzoeken wij jou en je ouders dit aan te geven bij de afdeling waar je onder behandeling bent. Je hebt dan mogelijk een verhoogde kans dat je de MRSA- of BRMO-bacterie draagt. Gezonde mensen worden van deze bacteriën niet ziek. Om te voorkomen dat andere patiënten besmet raken, worden er extra maatregelen genomen.

  • Heb je in de afgelopen twee maanden langer dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis gelegen?
  • Woon je in of hebben je ouders een bedrijf met levende vleeskalveren, varkens of vleeskuikens?
  • Ben je drager van de MRSA-bacterie of een ander Bijzonder Resistent Micro Organisme (BRMO)?
  • Zijn je ouders of andere gezinsleden drager van de MRSA-bacterie? Ben je opgenomen geweest in een Nederlands ziekenhuis of zorginstelling waar een probleem heerste met MRSA of een ander Bijzonder Resistent Micro Organisme (BRMO)?
print

Tijdens het eerste bezoek aan de polikliniek Orthopedie stellen we jou en je ouders een aantal vragen. Ook word je lichamelijk onderzocht.

Aanvullend onderzoek

Naar aanleiding van je ziektegeschiedenis en het lichamelijk onderzoek besluit de behandelaar of dezelfde dag nog andere onderzoeken nodig zijn, zoals bloed afname of röntgenfoto’s maken. Soms lukt het niet om een aanvullend onderzoek op dezelfde dag te laten plaatsvinden. Dan maken we met jou en je ouders een afspraak op een andere datum.

Medicatie

Jouw behandelaar kan tijdens het consult besluiten om je medicatie voor te schrijven. Het is dan ook belangrijk dat jij en je ouders weten welke medicatie je op dit moment gebruikt, of in het verleden hebt gebruikt. Denk daarbij ook aan medicatie waarvoor je allergisch bent.

Pre-operatief onderzoek

Als je behandelaar tijdens de afspraak een operatie adviseert en je gaat daarmee akkoord, dan zal je een oproep krijgen voor het pre-operatief onderzoek. Dit onderzoek is bedoeld om te beoordelen of de operatie veilig is uit te voeren. Het pre-operatief onderzoek is op de polikliniek Orthopedie en duurt ongeveer 2 uur. Soms lukt het om het pre-operatief onderzoek op dezelfde dag te laten plaatsvinden. 

print

Een tijdje vóór de operatie krijg je een afspraak op de POS-poli voor een pre-operatief onderzoek.
POS-poli is de afkorting van ‘Pre Operatieve Screening’. Dat betekent: het spreekuur vóór een operatie waarbij je narcose krijgt. Dit onderzoek is bedoeld om te beoordelen of we de aanstaande operatie veilig kunnen uitvoeren. Als er voorbereidingen nodig zijn voor de operatie, dan wordt dat ook tijdens het pre-operatief onderzoek besproken. Het pre-operatief onderzoek duurt ongeveer 2 uur.

Narcose wil zeggen dat je gaat ‘slapen’ met behulp van medicijnen. Je voelt daardoor niets van de operatie. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en zorgt er ook voor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de ‘slaapdokter’.

Wat gebeurt er op de POS-poli?

Op de POS-poli willen ze van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:

  • welke ziektes je hebt gehad;
  • of je koorts hebt;
  • of je verkouden bent;
  • soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dat doet geen pijn;
  • meestal nemen ze wat bloed af om te onderzoeken.

Daarna bespreken ze met jou en je ouders:

  • hoe het gaat als je onder narcose gaat;
  • hoe jij de narcose krijgt;
  • wat jou kan helpen als je pijn hebt of bang bent.

Als je ergens bang voor bent, kun je dat altijd tegen de POS-verpleegkundige of tegen de anesthesioloog zeggen. Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Daarin kun je nog eens nalezen wat er is verteld. Na jouw bezoek aan de POS-poli, ga je naar de kinderafdeling. Dan zie je al waar je tijdens de opname komt.

Voorbereiding op pre-operatief onderzoek

Om het pre-operatief onderzoek zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, vragen wij aan je ouders om de anesthesievragenlijst (voor de opname) en het formulier ‘machtiging ouders’ ingevuld naar ons terug te sturen. Als je ouders het formulier pas een week voor het pre-operatief onderzoek ontvangen, dan kunnen ze het formulier beter meenemen tijdens het onderzoek, in plaats van het op te sturen. De anesthesievragenlijst wordt tijdens het pre-operatief onderzoek doorgenomen. Vraag je ouders om ook een actueel medicatieoverzicht van jou mee te nemen naar het pre-operatief onderzoek.

Verloop van het onderzoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd door de informatieverpleegkundige, de apothekersassistent, de anesthesioloog en de operateur. Ze hebben allemaal verschillende taken tijdens dit onderzoek, die we hier op een rijtje zetten.

De informatieverpleegkundige zorgt voor de volgende zaken:

  • Doornemen van de anesthesievragenlijst
  • Anamnese voor de kinderafdeling
  • Aanvullende informatie rondom de operatie
  • Instructies ter voorbereiding op de operatie
  • Als laatste geeft de informatieverpleegkundige je alvast een rondleiding op de kinderafdeling C4.

 

De apothekersassistent neemt met jou en je ouders door welke medicijnen jij (thuis) gebruikt. Als er onduidelijkheden zijn in het medicatiegebruik neemt de apothekersassistent, als je ouders daar geen bezwaar tegen hebben, contact op met je eigen apotheek.

De anesthesioloog beoordeelt op basis van alle medische gegevens jouw conditie en spreekt eventueel aanvullend onderzoek af. De anesthesioloog kijkt vanuit het oogpunt van de verdoving naar je algehele gezondheid en vertelt over de verdoving en pijnstilling rondom de operatie. Samen met je ouders bespreek je met de anesthesioloog ook wat de meest geschikte vorm van verdoving is en hoe de pijnbestrijding na de operatie wordt uitgevoerd. Het is niet altijd zo dat de anesthesioloog waar je mee praat, er ook altijd tijdens de operatiedag bij is. Soms neemt een collega, die met alle besproken informatie bekend is, het over.

Als het in de oproepbrief voor het pre-operatief onderzoek vermeld staat, is er ook nog een afspraak met de operateur. Dit is de orthopedisch chirurg die jou gaat opereren.

Aanvullend onderzoek

Het aanvullend onderzoek bestaat uit meten, wegen, soms bloed prikken, bloeddruk meten en opnemen van de hartslag. Indien nodig wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt. Als er redenen zijn voor een afspraak bij de kinderarts of bij de internist, dan vindt dat consult diezelfde dag plaats. Het kan ook zijn dat de anesthesioloog aanvullend onderzoek regelt bij een andere specialist.

print

Een goede voorbereiding op de opname in het ziekenhuis is belangrijk. Je weet dan wat je kan verwachten. Je ouders kunnen vooraf met jou praten over pijn, over verdrietig zijn en over wat bijvoorbeeld een narcose is. Ook kunnen je ouders uitleggen wat een ziekenhuis is, dat je er een paar nachtjes, eventueel samen met je ouders, blijft slapen maar daarna weer naar huis gaat. Er zijn diverse kinderboeken te verkrijgen die ingaan op het verblijf in het ziekenhuis.

Contact opnemen

Is er binnen 14 dagen voor de opname sprake van één van de volgende situaties, laat je ouders dan altijd vóór de opname contact opnemen met de Sint MaartensKinderkliniek (telefoonnummer (0485) 845 350):

  • Koorts
  • Gebruik van antibiotica
  • Iedere verandering in medicijngebruik
  • Griepverschijnselen
  • Allergieën
  • Wondjes of overige huidbeschadigingen
  • Zetten van piercing of tatoeage
  • Een ingreep bij de tandarts (geen controle)

Medicijngebruik (indien van toepassing)

Het kan zijn dat je één of meer dagen vóór de ingreep moet stoppen met het innemen van bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld bloedverdunners). Het is belangrijk dat je je aan de afspraken houdt die de arts tijdens het pre-operatief onderzoek hierover met jou en je ouders heeft gemaakt.
Als er nog vragen zijn, of als je een geneesmiddelenallergie of zelfzorgmedicatie nog niet hebt gemeld tijdens de screening, laat je ouders dit dan melden vóór opname aan de apotheek Maasheggen, telefoonnummer: (0485) 845 732.

Neuszalf (Bactroban) en desinfecterende doekjes (chloorhexidine) vanaf drie dagen vóór operatiedag (indien van toepassing)

Bij een aantal operaties waarbij permanent materiaal in het lichaam wordt gebracht (zoals platen en/of schroeven), start je drie dagen vóór de operatiedag met een antibioticumhoudende neuszalf. Laat je ouders je hierbij helpen. Op de avond vóór de operatie was je jezelf met de desinfecterende doekjes die je hebt gekregen. Tijdens het pre-operatief onderzoek krijg je een recept voor deze neuszalf en desinfecterende doekjes, samen met een brief over het gebruik ervan. Door behandeling met deze middelen is er minder kans op een infectie. Je krijgt te horen hoelang je deze middelen moet gebruiken. Heb jij of je ouders geen pakketje met deze middelen ontvangen, dan is dit niet voor jou van toepassing.

Alcohol

Alcohol- en drugsgebruik is onder de 18 jaar wettelijk verboden. Daarnaast geldt voor alcohol dat overmatig gebruik een nadelige invloed heeft op de anesthesie. Als je toch alcohol gebruikt, kun je het beste twee weken vóór de operatie minder drinken, en in de laatste twaalf uur vóór de operatie geen alcohol drinken. Vanaf 24.00 uur ’s nachts (in de nacht vóór de operatie) mag je geen alcohol drinken.

Roken

Als je rookt, weet je dat het een aantal nadelige effecten op het functioneren van het lichaam heeft. Het staat bijvoorbeeld vast dat rokers meer complicaties hebben na een operatie en anesthesie. Ook hebben zij vaak meer pijn na de operatie. Door een aantal weken vóór de operatie niet meer te roken, is je longslijmvlies al minder geprikkeld. Ook voor de wondgenezing is het beter als je in ieder geval tijdelijk niet meer rookt.

Drugsgebruik

Als je drugs gebruikt, moet je dit zeker aan de anesthesioloog melden bij het pre-operatief onderzoek. Drugsgebruik kan namelijk een nadelige invloed hebben op de anesthesie en moet minimaal 72 uur voor de operatie worden gestaakt.

print

Tijdens het pre-operatief onderzoek is de opnamedatum meestal nog niet bekend. Wij plannen de opname nadat de anesthesioloog akkoord heeft gegeven. Een operatieplanner van de afdeling Opname neemt telefonisch contact met jou en je ouders op over de opnamedatum. Je ontvangt van ons een bevestiging van de opnamedatum.

Onder voorbehoud

Opnamedata worden altijd onder voorbehoud verstrekt. Het kan namelijk voorkomen dat de geplande opname door onvoorziene omstandigheden niet kan doorgaan, bijvoorbeeld door een spoedopname. Afdeling Opname neemt dan telefonisch contact op en, samen met jou en je ouders, bekijkt de operatieplanner welke andere opties er zijn om de operatie opnieuw in te plannen. Het kan ook voorkomen dat je opgenomen bent en dat blijkt dat door onvoorziene oorzaken de geplande operatie niet kan doorgaan. Je blijft dan bovenaan de lijst staan en de afdeling Opname zoekt zo snel mogelijk een nieuwe datum.

Tijdstip

Het tijdstip van opname van krijgen jij en je ouders één werkdag voor de opname te horen, tenzij de opname een dag eerder plaatsvindt, hiervan zijn jullie dan al op de hoogte. Voor het tijdstip van opname kunnen je ouders telefonisch contact met ons opnemen tussen 14.00 en 16.00 uur. De opnametijd is vanaf 7.00 uur. Houd er dus rekening mee dat je vroeg opgenomen kan worden. De Sint MaartensKinderkliniek kan hierbij geen rekening houden met de reisafstand.

print

Jij en je ouders melden je bij de balie op de kinderafdeling C4. Een verpleegkundige komt jullie halen voor het opnamegesprek. Tijdens dit gesprek informeren wij je over de verdere gang van zaken tijdens de opname. Tevens neemt de verpleegkundige met jou en je ouders door of de voorbereiding volgens afspraak verlopen is. Indien nodig krijg je pijnstillende middelen. Als je daar behoefte aan hebt, kunnen we in overleg met de anesthesioloog een rustgevend middel geven (Rapydan pleister). De opnameduur varieert van een dag tot een week. In de meeste gevallen kan de arts jou voor de operatie al zeggen hoe de nabehandeling zal zijn. Soms is dit niet mogelijk en kan de arts dit pas ná de operatie aangeven.

Geneesmiddelen tijdens opname

Soms wordt in het ziekenhuis niet precies hetzelfde geneesmiddel gegeven zoals je dat thuis gewend bent. Dat komt omdat in het Maasziekenhuis, net als in andere ziekenhuizen, een selectie is gemaakt van alle geneesmiddelen die in Nederland in de handel zijn. De geselecteerde geneesmiddelen zijn gekozen vanwege hun bewezen effectiviteit, veiligheid, doelmatigheid en gebruiksgemak. Het geneesmiddel dat jij ter vervanging krijgt, heeft echter dezelfde werking als het eigen medicijn. Als jij of je ouders tijdens de opname vragen hebben over jouw geneesmiddelen, dan kunnen jullie via de verpleging een bijsluiter vragen of contact laten opnemen met de apotheek.

Vlak voor de operatie

Voor de operatie krijg je speciale operatiekleding aan: een operatiehemd of -jasje. Bij algehele anesthesie laat je een eventuele bril of contactlenzen achter op de kinderafdeling. Dit kan ook vlak voor de inleiding van de anesthesie. Bij een plaatselijke verdoving is dit meestal niet noodzakelijk. Een eventueel hoorapparaat mag je blijven dragen. De verpleegkundige en/of de pedagogisch medewerker brengt jou naar het operatiecomplex. Eén van je ouders of verzorgers mag mee en bij jou blijven tot alle voorbereidingen op de operatie zijn getroffen.

In de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling neemt één van de medewerkers nogmaals de relevante gegevens door. Daarna wordt je op verschillende bewakingsapparaten aangesloten. We brengen een infuus in, waarop we meestal een zak infusievloeistof aansluiten. Nadat deze voorbereidingen zijn getroffen, voeren we de verdoving uit, of dienen we de narcosemiddelen toe.

Nuchterbeleid

Tijdens de operatie moet je nuchter zijn. Een lege maag is belangrijk om de risico’s van de narcose zo klein mogelijk te houden. Volg daarom onderstaande regels:

Vanaf 24.00 uur ’s nachts (in de nacht voor de operatie) mag je:

  • niet eten;
  • niet drinken; dus ook geen melkproducten, sap met vruchtvlees, koolzuurhoudende dranken, koffie met melk, of alcohol.

Uitzonderingen zijn onderstaande dranken. Je mag deze tot twee uur vóór de opnametijd (wordt één werkdag voor opname doorgegeven) drinken:

  • Water
  • Thee
  • Koffie zonder melk of melkpoeder (suiker mag wel)
  • Helder sap
  • Ranja
  • Sportdranken zonder prik

Let op: bovenstaande geldt voor kinderen die we op dezelfde dag opnemen én opereren. Als je één dag vóór de operatie wordt opgenomen, dan zal de verpleging op de kinderafdeling het nuchterbeleid met jou en je ouders doornemen.

Medicijnen op de ochtend van de opname (indien van toepassing)

Je kunt de medicijnen op de ochtend van de operatie innemen met een slokje water. Bepaalde medicijnen mag je deze ochtend niet innemen en je moet het gebruik van bepaalde medicijnen een aantal dagen voor de operatiedag staken. Hierover hebben wij jou en je ouders tijdens het preoperatief onderzoek geïnformeerd en dit advies staat genoteerd in de anesthesiefolder die we jullie hebben meegegeven. Als er geen advies gegeven is, dan kan je het geneesmiddel gewoon blijven gebruiken en op de ochtend van de operatie innemen met een slokje water.

Thuis douchen

Je neemt thuis op de ochtend van de opname een douche. Daarbij mag je geen huidolie of bodylotion gebruiken. Ook mag je het operatiegebied niet scheren.

Verwijder make-up, nagellak, sieraden, piercings en kunstnagels

Vanwege veiligheidsvoorschriften moeten sieraden af, hieronder vallen ook ringen, oorbellen en piercings. Als een ring niet of heel moeilijk af gaat, vraag dan aan een juwelier om de ring te laten verwijden. Wij zijn anders genoodzaakt om de ring door te knippen. Verwijder make-up en nagellak van vinger- én teennagels. Gel- of acrylnagels moeten in ieder geval van beide wijsvingers worden verwijderd. Op de overige vingers mogen gel- of acrylnagels alleen blijven zitten als er geen nagellak op zit.

print

Als je wordt opgenomen neem dan het volgende mee naar het ziekenhuis:

  • Een actueel overzicht van de medicijnen die je gebruikt (bijvoorbeeld zalven, inhalatiemedicatie)
  • Gegevens van je zorgverzekeraar
  • Nachtkleding, ondergoed, kleding en schoenen voor overdag (bij voorkeur makkelijk zittende kleding en schoenen)
  • Toiletartikelen (tandenborstel, tandpasta, zeep, kam, shampoo)
  • Eventueel een lievelingsknuffel
  • Eventueel speelgoed (voorzien van de eigen naam)
  • Indien nodig een fles en/of speen
  • Indien nodig krukken of andere hulpmiddelen (zoals afgesproken tijdens het preoperatief onderzoek)
  • Als je een spalk, brace of bijvoorbeeld orthopedische schoenen hebt, dan neem je deze mee

Kostbare eigendommen

De Sint MaartensKinderkliniek is niet aansprakelijk voor het zoekraken, kapotgaan of diefstal van eigendommen. We raden jou en je ouders daarom aan om geen grote geldbedragen of andere waardevolle voorwerpen mee te nemen. Voor het bewaren van kostbare eigendommen kunnen jij en je ouders gebruikmaken van een persoonlijke kast op de kamer die afgesloten kan worden.

print

Voorafgaand aan de operatie moeten er voorbereidingen worden getroffen.

Foto’s

De orthopedisch chirurg heeft samen met jou en je ouders besloten dat een operatie kan helpen. Om goed te kunnen zien wat het resultaat van de operatie is, maken we foto’s van je rug. Dat zijn gewone foto’s die we maken met een fotocamera. We maken die vóór de operatie en na de operatie. Zo zien we wat het verschil is.

Opname

Je wordt op de ochtend van de operatie zelf, opgenomen op de kinderafdeling van het Amalia kinderziekenhuis. Een verpleegkundige vertelt je hoe alles werkt op de kinderafdeling.

Tabletjes

Om ervoor te zorgen dat je voor de operatie niet te gespannen bent, krijg je van tevoren een paar tabletjes, waar je een beetje slaperig van kan worden.

Infuus

Tijdens de operatie is het nodig dat je vocht toegediend krijgt. Dat doen we via een infuus. Dit is een dun, plastic buisje dat in je bloedvat zit. Hiervoor krijg je een prik in je hand of in je arm. Na de prik blijft het buisje in je bloedvat zitten. Een prik kan pijn doen. Daarom kun je een pleister met zalf krijgen op de plek waar geprikt gaat worden. De zalf verdooft de huid, waardoor het minder pijn doet. De anesthesioloog brengt het infuus in. Als het infuus is ingebracht, brengt de anesthesioloog je onder narcose. Je bent dan in slaap. Je merkt helemaal niets meer van de operatie.

Blaaskatheter

Nadat je onder narcose bent gebracht en voordat de operatie begint, krijg je een slangetje in je blaas (blaaskatheter). Deze blaaskatheter zit er na de operatie nog in. De katheter wordt een paar dagen na de operatie verwijderd.

print

De chirurg kan een scoliose-operatie op verschillende manieren uitvoeren. Alle manieren zijn eigenlijk heel veilig. Heel soms ontstaan er helaas complicaties, ook als de operatie volgens het boekje is verlopen.

Via de achterzijde

Als alle voorbereidingen klaar zijn, begint de operatie. De chirurg maakt een wond op de rug. Tijdens de operatie maakt hij de bocht in jouw wervelkolom zo recht mogelijk. Belangrijk om te weten, is dat ‘hoe rechter’ niet altijd beter is. De wervelkolom wordt vastgezet met behulp van titanium staven en schroeven tot een stijf geheel. Het bot dat tijdens de operatie wordt verwijderd om de wervelkolom soepeler te maken, en dus om beter te kunnen corrigeren, wordt aan het einde van de operatie weer teruggeplaatst langs de wervelkolom zodat alles stevig vast groeit. Als de operatie klaar is, legt de chirurg een slangetje (wonddrain) in de wond. Dit slangetje voert het wondvocht af. Het wondvocht komt dan in een opvangpot.

Via de voorzijde

Als de operatie via de voorkant/zijkant wordt gedaan, komt de snede aan de zijkant, deels over een rib te lopen. Bij de toegang naar de wervelkolom kan de borstkas worden geopend waarbij een long deels samenvalt. Aan het einde van de operatie wordt de borstkas weer gesloten en krijgt de long weer zijn normale vorm terug. Hierbij wordt de long geholpen door een zuigslang (thoraxdrain) die aan het einde van de operatie wordt ingebracht. Over het algemeen kan de drain de tweede dag na de operatie worden verwijderd.

Verdoving en pijnbestrijding

Een anesthesiologen van het Amalia kinderziekenhuis zorgt voor de verdoving/narcose en het stabiliseren van de vitale lichaamsfuncties (ademhaling, bloedsomloop, temperatuur) tijdens de operatie. Hij zorgt ook voor de pijnbestrijding na de operatie. Hij geeft jou en je ouders hier voorlichting over.

Complicaties

Zelfs als een operatie helemaal goed is gegaan, kunnen er complicaties ontstaan:

  • Ontsteking. Er bestaat bijvoorbeeld een kans dat je een paar dagen na de operatie een ontsteking (infectie) krijgt. Deze ontsteking is meestal goed te behandelen met medicijnen.
  • Verlamming en/of pijn. Om de bocht van de wervelkolom recht te zetten, opereren we vlakbij het ruggenmerg en de zenuwen. Het ruggenmerg en de zenuwen kunnen hierdoor geïrriteerd raken. We bewaken dit tijdens de operatie met behulp van speciale apparaten. Toch is er altijd een hele kleine kans dat het ruggenmerg en/of de zenuwen beschadigen. Hierdoor kunnen de armen of benen verlamd zijn en/of pijn doen. Dit komt gelukkig bijna niet voor.
  • Pseudoartrose. De mogelijkheid bestaat dat de gecorrigeerde bocht in de wervelkolom niet goed vastgroeit. Dat noemen we een pseudoartrose. Ook dit is zeldzaam. Om dit te voorkomen mag je de eerste maanden niet sporten.
  • Dove plekken. Sommige jongeren hebben na de operatie dove plekken of prikkelingen op hun lichaam. Dit is dan meestal in het gebied rondom de wond. Als iemand over je huid strijkt, voel je dat dan niet. Deze plekken verdwijnen in de maanden na de operatie meestal weer. Heel soms houd je één of meerdere kleine dove plekjes over.
print

Na de operatie blijf je nog een aantal dagen in het Amalia kinderziekenhuis. Stap voor stap bereiden wij je voor op het weer naar huis gaan.

Epidurale pijnbestrijding

Aan het einde van de operatie wordt er een dun slangetje, een epiduraalkatheter, door de orthopedisch chirurg achtergelaten in de rug. Dit slangetje wordt aangesloten op een pompje dat je zelf kunt bedienen om verdovingsvloeistof toe te dienen rondom de zenuwen in je rug (tot drie dagen) na de operatie. Dit werkt heel erg goed tegen de pijn. Er zitten wel een paar nadelen aan:

  • Je kunt minder goed plassen. Daarom krijg je een blaaskatheter.
  • Soms is je romp een tijdje gevoelloos, waardoor je moeilijker kunt gaan verliggen in bed.

Je kunt in principe met de epiduraalkatheter wel uit bed gaan en lopen (mobiliseren). Als je uit bed wilt, vraag dan wel altijd om begeleiding van de verpleegkundige of een van je ouders. Na drie dagen wordt het slangetje verwijderd en krijg je andere pijnstillers voorgeschreven.

Op de uitslaapkamer

Als je ’s ochtends bent geopereerd, ga je na de operatie naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Dat is een afdeling naast de operatieafdeling. We letten daar extra goed op je. Vaak ben je nog erg slaperig als je daar komt. In de loop van de middag ga je weer terug naar de kinderafdeling. Word je later op de dag geopereerd, dan ga je na de operatie naar de PACU (Post Anesthesie Care Unit) waar je een nacht blijft. Je ouders mogen daar bij je zijn.

Armen en benen bewegen

Na de operatie lig je gewoon op je rug. En later op de dag mag je al even rechtop zitten (met hulp van de verpleging). Op de uitslaapkamer/PACU vragen we regelmatig of je het goed voelt als we je armen en benen aanraken. We willen ook weten of je je armen en benen alweer kunt bewegen.

Ademhalingsoefeningen

Als je aan de voorzijde/zijkant bent geopereerd, kan het nodig zijn dat er een fysiotherapeut langskomt om ademhalingsoefeningen met je te doen. Je krijgt dan een oefenapparaatje om het inademen te stimuleren. De oefeningen zijn erg belangrijk. Zij voorkomen dat er een longontsteking ontstaat. Soms krijg je ook wat extra zuurstof toegediend door een klein slangetje in de neus. Iedere dag maken we een röntgenfoto van jouw longen om te kijken of de long weer mooi ontplooid is. Als dat zo is, haalt de dokter de zuigslang (thoraxdrain) eruit. Dat is meestal de tweede dag na de operatie.

Weer terug op de kinderafdeling

De eerste dag na de operatie lig je op je rug met een kussen onder je benen. Je moet al even op de bedrand zitten en naast het bed staan of lopen met hulp van de verpleegkundige. Draaien mag alleen met hulp van de verpleegkundige. Je ouders leren hoe ze jou uit bed kunnen helpen. De verpleegkundige op de afdeling zorgt ervoor dat je voldoende medicijnen tegen de pijn krijgt. Kort na een operatie werken de darmen vaak minder goed. Je moet daarom in het begin rustig aan doen met drinken en eten. De verpleegkundige op de afdeling vertelt wat je mag drinken en (later) mag eten.

Uit bed

Op de dag dat je bent geopereerd, mag je onder begeleiding van de verpleegkundige of fysiotherapeut op de rand van je bed zitten en, als het mogelijk is, al even naast je bed staan. De dagen erna ga je dit, onder begeleiding van de fysiotherapeut of verpleegkundige, opbouwen door in de stoel te zitten en te gaan lopen. Als dat goed gaat, mag je steeds meer zelf doen. De verpleegkundige of fysiotherapeut en de dokter vertellen je verder wat je wel en niet mag doen. Daarnaast zijn er nog bepaalde leefregels waar je je aan moet houden.

De wond

Vanaf de derde dag na de operatie mag je weer douchen. De wondpleister moet vijf dagen blijven zitten. De wond is gehecht met oplosbare hechtingen, die niet hoeven te worden verwijderd. Na veertien dagen mag de huisarts eventueel wel de uitstekende knoopjes aan beide kanten van de wond afknippen.

Controle röntgenfoto

Vlak voor je naar huis gaat, maken we ter controle een röntgenfoto van je wervelkolom.

Ontslag

Meestal blijf je vijf dagen in het ziekenhuis. Maar soms vindt de arts het beter als je nog wat langer blijft. Als dat zo is, bespreekt hij dat met jou en je ouders. Je krijgt geen gips of corset om je rug. Wel krijg je het advies om een bed in de woonkamer te plaatsen voor maximaal zes weken. Dit mag geen hoog-laagbed zijn.

print

Als er complicaties zijn

Ondanks alle zorg rondom de operatie, kunnen er thuis soms toch nog complicaties optreden, zoals:

  • De wond gaat lekken.
  • Het wondgebied wordt steeds dikker/roder/warmer.
  • De wond gaat steeds meer pijn doen.
  • Je hebt hoge koorts.

Als je één of meer van de bovenstaande klachten hebt, neem dan contact op met de kinderafdeling.

Als de wond lekt of als je vermoedt dat de wond ontstoken is, mag je nooit beginnen met antibiotica zonder dat je beoordeeld bent bij ons in het ziekenhuis.

print

Na de operatie moet je je aan een aantal leefregels houden om de rug zo goed mogelijk te laten herstellen.

Naar school

Na 3 tot 6 weken mag je weer naar school. Voor jou en voor je ouders is het belangrijk om goede voorbereidingen te treffen. Het duurt zes tot negen maanden voordat jouw ruggenwervels goed genezen zijn. Houd je in deze periode daarom aan de volgende adviezen.

De eerste twee maanden na de operatie:

  • Wandel zo veel als je wilt.
  • Probeer draaibewegingen van de romp (je bovenlichaam) te vermijden. Dat doe je meestal als je bijvoorbeeld iets wilt bespreken met een klasgenootje dat achter je zit. Het is beter om je heupen en schouders gelijktijdig te draaien.
  • Maak geen bolle of holle rug, dus niet bukken en geen overstrekkende bewegingen met je rug maken. Daardoor wordt je rug extra belast.
  • Lig niet op je buik; rugligging is het beste.
  • Ga niet fietsen of bromfiets rijden (zeker niet achterop).
  • Neem liever geen openbaar vervoer.
  • Ga niet langdurig staan, slenteren en hardlopen.
  • Zit niet onderuitgezakt, maar rechtop of met steun in de rug (kussen) en zit niet te lang achter elkaar (langzaam opbouwen).
  • Draag of til niets dat zwaarder is dan vijf kilogram.

Als de onderrug niet is vastgezet, kan deze veel opvangen en mag je sneller dingen weer gaan doen:

  • Na 2 maanden mag je weer fietsen en rustig zwemmen.
  • Na 4 maanden mag je weer rustig sporten, vooral je conditie opbouwen.
  • Na 6 maanden mag je alles weer, inclusief contactsporten als voetbal en hockey.

Als je onderrug (deels) is vastgezet, moet je iets voorzichtiger zijn:

  • Na 3 maanden mag je weer fietsen en rustig zwemmen.
  • Na 6 maanden mag je weer rustig sporten, met name je conditie opbouwen.
  • Na 9 maanden mag je alles weer, inclusief contactsporten als voetbal en hockey.

Voor meisjes geldt dat in de toekomst een zwangerschap en bevalling normaal mogelijk is.

print

Hoe ziet de afdeling eruit?

De kinderafdeling bestaat uit een spoedkamer, lounge, eenpersoonsslaapkamers en tweepersoonsslaapkamers. Bij de indeling van de slaapkamers houden we zoveel mogelijk rekening met onder andere leeftijd, slaaptijden en interesses.

De aanwezigheid van je ouder(s)/verzorger(s)

Tijdens de opname is het belangrijk dat je ouders aanwezig zijn. Zij kunnen meehelpen met de verzorging en aanwezig zijn bij onderzoek en behandeling. Dat geldt ook voor onderzoeken op de afdeling Radiologie. Je ouders mogen daar vaak tot de deur komen, in verband met de röntgenstraling. Omdat wij de zorg voor jou met je ouders delen, is het nodig om afspraken te maken over wie welk deel van de verzorging op zich neemt.

Slapen op de kamer

Het is mogelijk voor één van je ouders/verzorgers om bij jou te blijven slapen. Dit noemen we rooming-in. Je vader of moeder kan tegen betaling ‘s morgens ontbijten op de afdeling. De overige maaltijden kan hij/zij zij in het restaurant kopen. Je vader of moeder slaapt op een slaapbank naast jou. Het kan zijn dat hij of zij gestoord wordt in de nachtrust als de verpleegkundigen jou moet verzorgen.

Als je ouders van rooming-in gebruik willen maken, dan kunnen zij dit bij het opnamegesprek op de afdeling kenbaar maken. Wij zorgen voor het beddengoed. Je ouders kunnen het bed zelf opmaken en ’s ochtends weer afhalen. Je vader en moeder moet vanaf 23.00 uur op jouw kamer zijn. Op de afdeling moet hij/zij aangekleed zijn en schoenen dragen (hij/zij mag niet op blote voeten lopen).

Verblijfsmogelijkheden voor ouders, familie en vrienden

Als je ouders, vrienden of andere familieleden in de buurt willen verblijven, kunnen zij terecht bij hotels en diverse B&B’s in de omgeving van het ziekenhuis. Bijvoorbeeld Hotel Klooster Elsendael, Hotel Restaurant Riche of het Van der Valk hotel in Cuijk.

Bezoektijden

Ouder/verzorger
Je ouders, broertjes en/of zusjes zijn bijna doorlopend welkom. Wij stellen het op prijs als je ouders aan de verpleegkundige aangeven wanneer zij de afdeling verlaten of afwezig zijn.

Overig bezoek
Bezoek is altijd leuk en gezellig, maar wij vragen wel rekening te houden met de andere kinderen op de afdeling. Wanneer het te druk wordt op de afdeling kan de verpleegkundige je ouders vragen om een andere ruimte op te zoeken.

Post

Het is altijd leuk om post te krijgen. Het adres voor kaarten en brieven is:

Sint MaartensKinderkliniek
T.a.v. Kinderafdeling C4 + naam/achternaam kind
Dokter Kopstraat 1
5835 DV Beugen

print

We kunnen ons voorstellen dat je nog met vragen zit of meer info wilt over deze behandeling. Je kunt altijd contact met ons opnemen.

Tips

  • Heb je ergens last van? Heb je pijn? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daaraan kunnen doen.
  • Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen.
  • Bij vliegreizen en veiligheidscontroles moet je even uitkijken. Meestal gaat de veiligheidscontrole niet af als je materiaal in je rug hebt. Mocht dat wel gebeuren, dan is het handig om een röntgenfoto van jouw rug na de operatie op je telefoon te hebben, zodat je die kunt laten zien.

Andere handige websites

Heb je nog vragen?

  • Schrijf ze op en breng ze mee naar het POS-spreekuur. Nadat je op het POS-spreekuur geweest bent, mag je altijd de afdeling bellen als je nog vragen hebt.