Bij de voorste benadering maakt de orthopeed een snede aan de voorkant van de lies terwijl de patiënt op de rug ligt. Het voordeel van deze methode is dat patiënten vaak snel kunnen mobiliseren en er geen beperkingen zijn bij bijvoorbeeld slapen. Het nadeel is dat er een iets grotere kans is op problemen met de positionering van de prothese en mogelijk schade aan een oppervlakkige zenuw. Deze methode is niet geschikt voor patiënten met afwijkende anatomie, overgewicht of veel spieren.
Bij de achterste benadering wordt de patiënt op de zij geopereerd en loopt de snede aan de zijkant van de heup richting de bil. Dit geeft de chirurg een goed zicht op het operatiegebied, wat helpt bij het plaatsen van de prothese. Het nadeel is dat er na de operatie soms beperkingen kunnen zijn in bepaalde bewegingen van de heup.
Bij de Sint Maartenskliniek wordt gekozen voor een achterste benadering bij de operatie. Deze methode biedt een ruimere toegang tot het operatiegebied dan een benadering via de voorkant. Hierdoor heeft de chirurg beter zicht en meer bewegingsvrijheid, wat zorgt voor optimale toegang tot alle relevante structuren.