Aangeboren afwijking aan het been
Soms is een been bij de geboorte niet helemaal goed gemaakt, dat heet dan een 'aangeboren beenafwijking'. Dat betekent dat een deel van het been mist of niet helemaal goed is gegroeid. Het kan korter zijn en er anders uitzien.
Dit gebeurt al heel vroeg als de baby in de buik van de moeder zit. We weten niet altijd precies waarom het gebeurt.
In het Revalidatiecentrum van de Sint Maartenskliniek werken specialisten die heel goed zijn in het helpen van kinderen met dit soort problemen aan hun been. Ze willen ervoor zorgen dat je zo goed mogelijk kunt bewegen met je been, wat er ook is gebeurd. De behandeling is voor elk kind anders, en hangt af van hoe erg het is en hoe het been of de voet eruitziet.
Klachten en verloop
Het kind zal meestal gewoon kunnen bewegen, maar we zullen vooral in het eerste levensjaar goed kijken hoe het zich ontwikkelt. Als het kind wil gaan staan, bekijken we of het kind speciale zolen, een spalk of iets anders nodig heeft. Als dat nodig is, kan een speciale kinderfysiotherapeut van de Maartenskliniek helpen bij het staan en lopen. Later zal het kind leren fietsen en sporten, maar soms op een aangepaste manier.
Als het kind groeit, kan het verschil in lengte tussen de benen groter worden. Misschien heeft het kind in de toekomst een prothese nodig. Daarvoor zal de dokter samenwerken met een speciale maker (instrumenten) die aangepaste schoenen, spalk of een prothese kan maken.