Reuma en roken

Roken heeft een aantal nadelige effecten bij mensen met chronische ontstekingsreuma. Dit is het best onderzocht bij RA, maar lijkt ook te gelden voor artritis psoriatica en de ziekte Bechterew.

Roken geeft grotere kans op het krijgen van chronische ontstekingsreuma. Onder invloed van roken veranderen er bepaalde eiwitten in het lichaam, met name in het tandvlees en in de longen. De verandering van deze eiwitten zorgt ervoor dat het lichaam antistoffen gaat maken tegen dat eiwit (anti-CCP). Dat gebeurt met name bij mensen met een genetische aanleg daarvoor. De antistoffen kunnen leiden tot het ontstaan van RA. Dit lijkt ook te gelden voor artritis psoriatica en de ziekte van Bechterew. Daarnaast geeft roken ook een hogere ziekteactiviteit als u chronische ontstekingsreuma heeft.

Roken leidt tot vermindering van effect van de behandeling

Roken is verder nadelig omdat uw reumamedicijnen er minder goed door werken. Dit geldt met name voor methotrexaat en TNF-blokkers.

Roken geeft meer problemen buiten de gewrichten

Als u RA heeft en u rookt, is de kans groter dat u reumaknobbels (noduli) ontwikkelt aan vingers, elleboog of voeten. Deze reumaknobbels kunnen we operatief verwijderen, maar ze komen ook vaak weer terug. Daarnaast geeft roken meer kans op ontsteking(en) van de longvliezen. U krijgt hierdoor vocht achter de longen waardoor u kortademig wordt.

Roken geeft een verhoging van de kans op hart- en/of vaatziekten

Iedereen die rookt, heeft meer kans op hart en/of vaatziekten. Maar patiënten met RA, artritis psoriatica of de ziekte van Bechterew hebben door de ontstekingsreuma ook al een verhoogde kans op een hartaanval, herseninfarct of –bloeding. Daarbovenop kunnen bepaalde geneesmiddelen die nodig zijn bij de behandeling van reuma, zoals NSAID’s en prednison, het risico op hart- en vaatziekten verhogen. Bij patiënten met ontstekingsreuma is stoppen met roken dus extra belangrijk om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen.