Artikeloverzicht

"Dankzij die schouderprothese heb ik weer bewegingsvrijheid"

Na een ernstig ongeluk blijft Til Rijnierse-Neering (81) achter met flinke schouderklachten en voortdurende pijn. Een schouderprothese lijkt in eerste instantie te risicovol. Tót de Sint Maartenskliniek in beeld komt.

Het liefst is ze altijd in beweging. Of, zoals ze het zelf zegt: “Ik heb een bloedhekel aan stilzitten op mijn kont – dat deed ik vroeger al niet, en nu nog steeds niet.” Til Rijnierse-Neering is nuchter, positief en actief. Ze wandelt, leest, tuiniert en doet aan vrijwilligerswerk. Tot een paar jaar geleden fietste ze overal naartoe en stond ze zelfs nog drie keer per week op de tennisbaan. “Alleen nog maar dubbelspel hoor, maar ik was per potje gerust anderhalf uur zoet.”

Gebroken en verbrijzeld
Tot een ongeluk in 2023 daar abrupt een einde aan maakt. Til wordt op een zebrapad aangereden door een auto die te hard rijdt. “Ik maakte een behoorlijke luchtreis en kwam hard neer. Niet op mijn hoofd, gelukkig. Maar mijn linkerbeen en schouder waren verbrijzeld, en de rest van mijn linkerzijde was ook flink beschadigd – bijna alles was gebroken.” Na negen operaties aan haar been, waaronder een spiertransplantatie, tal van complicaties en maanden revalidatie, weet ze met veel inzet weer te lopen. “Terwijl die kans heel klein was, zeiden de artsen vooraf. Er werd al gesproken over een elektrische rolstoel, maar ik weigerde. Ik wilde mijn vrijheid niet opgeven.”

Haar schouder blijft wel een groot probleem, vertelt ze. “Het kapsel was weg, net als veel spieren, waardoor mijn arm erbij hing als een dood vogeltje. Ik voelde continu pijn.” Toch twijfelt haar arts over een operatie; hij is bang dat er opnieuw complicaties optreden. Maar Til wil tóch. “Toen verwees hij me naar de Sint Maartenskliniek. Wat een verademing was dat.”


Schouderprothese
Vanaf het eerste moment voelt het goed, gaat ze verder. “Ik werd er ontzettend vriendelijk ontvangen. De sfeer was zó goed. Warm, menselijk en iedereen werkt daar écht samen.” Ook het gesprek met de orthopedisch chirurg is goed. “Die operatie durfde hij wel aan: hij vond dat ik goed was opgeknapt en vertrouwde erop dat ik het aankon. Daarna legde hij stap voor stap uit wat er ging gebeuren: een schouderprothese, met eventueel een extra ‘kraagje’ om hem op z’n plek te houden.”

De operatie vindt plaats in juli 2024 en Til gaat er vol vertrouwen in. “Ik kwam met een tandenborstel en één schone onderbroek, want ik dacht dat ik na één nacht wel naar huis mocht. Het werden acht weken.” Haar prothese schiet namelijk steeds uit de kom, waardoor ze meerdere keren opnieuw onder narcose moet. “Niet fijn natuurlijk. Maar de orthopedisch chirurg bleef rustig, dacht mee en kwam met een andere oplossing. Een soort netje – ik noem het een mandarijnennet – dat over de prothese geplaatst werd om alles op z’n plek te houden.”

Ineens pijnvrij
Dat werkt wél. En wat haar meteen opvalt, eigenlijk al na de eerste operatie: de pijn is weg. “Dat was me zó veel waard. Voorheen voelde ik die schouder altijd. In bed, bij het lezen, als ik de aardappelen schilde. Nu was ik ineens pijnvrij. Ik kon wel zingen van blijdschap. Ha, dat doe ik ook, elke dag.”
De bewegingsvrijheid van haar arm is door het netje wat beperkter, maar Til blijft vooruitgang boeken. “Soms laat ik iets vallen en word ik boos op mezelf. ‘Sukkel, waarom doe je dat nou’, denk ik dan. Maar daarna ga ik gewoon weer door. Ik ben niet van het zeuren, kijk liever naar wat ik wél kan: appeltje snijden, boek vasthouden, naar de supermarkt lopen. En binnenkort begin ik weer met vrijwilligerswerk.”

Fietsen en autorijden
Dromen heeft Til nog genoeg. “Tennissen lukt niet meer, dat mis ik vreselijk – vooral het sociale. Maar ik hoop dat ik over een jaar weer kan fietsen of autorijden. Dan neem ik een pot koffie mee naar de tennisbaan en ga ik daar gewoon zitten kletsen.” Ze werkt er hard voor, met haar fysiotherapeut. “Maar ik tel ook zeker mijn zegeningen op dit moment, absoluut. Ik ben de Sint Maartenskliniek ook ontzettend dankbaar. Zij hebben me serieus mijn leven teruggegeven.” Lachend: “Ik zou er bijna terug willen. Maar dan wel op visite!”