‘Dat ik mijn knie en heup weer kan gebruiken, is geweldig’
Een nare valpartij zorgt voor zoveel heuppijn bij Luciënne Roebroeks (73), dat ze alleen nog maar in bed kan liggen. Ze klopt aan bij de Sint Maartenskliniek en wordt geopereerd, met succes. “De pijn was meteen weg.”
Geef Luciënne Roebroeks (73) een poetsdoek en ze is gelukkig. Want wat is er nou fijner dan een schoon huis? Luciënne lacht: “Maar ik vind poetsen óók gewoon ontspannend.” Nog gelukkiger wordt ze van haar twee honden, Matlock (10) en Siciley (6). “Zij zijn mijn kinderen, mijn alles. Ik neem ze minstens een uur per dag mee uit wandelen, samen met mijn man John. Heerlijk, dan hebben we onze beweging weer gehad.”
Valpartij
Juist tijdens zo’n wandeling, in maart 2024, gaat het mis. Luciënne blijft met haar rechterbeen achter een stoeptegel haken en valt voorover. “Sinds mijn geboorte heb ik problemen met mijn rechterheup, er zit geen kom in – als kind ben ik daarvoor al vaak naar de Sint Maartenskliniek geweest. De laatste keer was in 1987, toen mijn heup werd vastgezet. Sindsdien gaat het eigenlijk prima, alleen is dat been wel stijver. Als ik per ongeluk val, kan ik mezelf niet goed opvangen.”
Erge heuppijn
Aan haar val houdt Luciënne een gebroken elleboog over, waaraan ze wordt geopereerd. Maar niet lang daarna begint óók haar andere heup op te spelen. “De pijn was zo erg, dat ik op een gegeven moment alleen nog maar in bed kon liggen – en zelfs dat deed pijn. Dan ging ik er zes keer per nacht uit om van houding te wisselen. John moest me daarbij helpen. Bij alles, trouwens: hij nam ook de honden en het huishouden voor zijn rekening.” Het is een eenzame tijd voor de normaal gesproken optimistische Luciënne. “Ik stompte helemaal af van dat binnen zitten en was vooral kwaad dat ik zó beperkt was.”
Rotsvast vertrouwen
Hoewel ze in Maastricht woont, weet Luciënne meteen dat ze weer naar de Sint Maartenskliniek wil. “Mijn ervaringen tot dan toe waren alleen maar positief. Daarbij is de Sint Maartenskliniek nou eenmaal gespecialiseerd in dit soort klachten – mijn vertrouwen daarin was rotsvast.” Dat gevoel wordt versterkt als Luciënne in de spreekkamer zit. “De orthopedisch chirurg was duidelijk: volgens hem was een kunstheup de beste optie. Ik vond die duidelijkheid prettig, want ik wist meteen waaraan ik toe was – en vertrouwde hem volledig.”