In de loop van het leven kan een heup versleten raken. Een kunstheup is dan een goede oplossing. Maar hoe kan zo’n prothese eigenlijk in je lichaam blijven zitten? Gaat een heupprothese lang mee? En kun je oneindig een nieuwe heup krijgen?
Een heupgewricht is van nature soepel, door het kraakbeen dat erin zit. Dat zorgt ervoor dat je onbezorgd kunt lopen, fietsen en rennen. Door slijtage kan dat kraakbeen verdwijnen. De botten schuren dan over elkaar, waardoor iemand niet goed meer kan bewegen en pijn heeft. Vaak is dat een reden om te kiezen voor een heupprothese.
Je merkt er niks van
Een kunstheup bestaat uit verschillende materialen, zoals metaal en keramiek. We noemen dit ook wel ‘chirurgisch staal’ en ze zijn speciaal gekozen omdat het menselijk lichaam ze niet afstoot. Een kunstheup kan daarom gewoon in je lichaam blijven zitten, zonder dat je er iets van merkt.
Van metaal tot 3D
De meeste mensen ondergaan met succes een kunstheupoperatie. Toch krijgen sommigen ook klachten. De prothese gaat bijvoorbeeld loszitten. Of er is sprake van veel botverlies, waardoor lopen niet meer mogelijk is. Een revisieoperatie is dan een logische stap. Bij het vervangen van de heupprothese wordt vaak gebruik gemaakt van speciaal materiaal. Het is zelfs mogelijk om een prothese 3D te printen! Eerst wijst een CT-scan uit hoe groot de prothese moet zijn. Vervolgens wordt deze op maat gemaakt. Net als een puzzelstukje dat precies past.
"Tegenwoordig kan iemand ‘oneindig’ een nieuwe heup krijgen"
Strenge kwaliteitseisen
In Nederland zijn er strenge kwaliteitseisen voor een kunstheup. Hij moet sterk en betrouwbaar zijn. Daarnaast moet een prothese minstens tien jaar in een mensenlichaam kunnen blijven zitten. Als je een prothese gebruikt die pas vijf jaar op de markt is, weet je namelijk niet of er na zes jaar alsnog problemen optreden. Dat vinden Nederlandse orthopeden niet veilig.
Na vijftien jaar pas vervangen
Alle implantaten die in Nederland worden geplaatst, zijn dus al tien jaar wetenschappelijk onderzocht. De meeste kunstheupen blijven tegenwoordig zelfs vijftien jaar zitten. Daarna is vervanging meestal wel nodig. Want ook een prothese blijft een gebruiksvoorwerp. Vergelijk het met een nieuwe bank: die is na een tijdje ook aan vervanging toe.
Vijftien jaar ‘houdbaar’
Maar wat gebeurt er na die vijftien jaar? Kun je dan gewoon weer een nieuwe heup krijgen? Ja, is het antwoord. Tien jaar geleden was dat nog niet denkbaar. Bij iedere operatie wordt er namelijk steeds een stukje bot verwijderd. Na een paar keer kon de kunstheup simpelweg niet meer aan dat bot worden vastgemaakt. Dankzij die nieuwe technieken – chirurgisch staal, op maat gemaakte heupstukken en 3D protheses – kan iemand nu wél ‘oneindig’ een nieuwe heup krijgen.
De enige grens…
Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen. Als iemand bijvoorbeeld een slecht hart heeft, is een grote operatie niet verstandig. Zo’n grens heeft dus vooral te maken met de conditie van een patiënt. Aan de techniek zal het niet liggen. Die maakt de mogelijkheden op het gebied van heupprotheses écht eindeloos.
Goed nieuws!
Goed nieuws voor jonge patiënten: zij komen tegenwoordig ook sneller in aanmerking voor een heupprothese. Vroeger was dat anders, omdat een kunstheup maar tien jaar meeging en oneindig vervangen niet mogelijk was. Jonge patiënten kregen daarom het advies jarenlang te wachten met de ingreep. Anders liepen ze het risico om vroegtijdig in een rolstoel te belanden. Dankzij alle ontwikkelingen is die leeftijdsgrens nu gelukkig van de baan.