Adviezen en oefentherapie na CTS-operatie

Hier leest u meer over de oefeningen die u na de ingreep thuis kunt doen.

De eerste zes weken na de operatie

Houd de hand zo veel mogelijk hoog gedurende de 1e week.
Start met oefentherapie zodra het drukverband verwijderd is, u doet de oefeningen 4 tot 6 keer per dag.
Start met littekenmassage 2 dagen na het verwijderen van de hechtingen (als het litteken dan nog niet droog is wacht u tot het litteken wel droog is); masseer 10 minuutjes zonder tussenvloeistof het littekengebied en smeer daarna in met vette zalf.

De eerste zes weken mag u de pols niet volledig strekken en buigen. U mag uw hand wel licht belasten en lichte werkzaamheden uitvoeren. Wringen, hard knijpen, steunen in de uiterste standen van de pols en zwaar tillen mag u niet met uw geopereerde hand.

Het is belangrijk dat u goed ‘luistert’ naar uw hand. Heeft u pijnklachten bij het uitvoeren van een activiteit, dan moet u daarmee stoppen. Als u ’s avonds pijnklachten krijgt, kan dit een teken zijn dat u teveel gedaan heeft die dag. Dan moet u het rustiger aan gaan doen.

Vanaf 6 weken na de operatie

Zes weken na de operatie mag u uw hand op geleide van de klachten weer volledig gaan belasten.

Oefeningen

Downloaden
  1. Strek uw vingers volledig.
  2. Spreid en sluit de vingers vanuit de gestrekte stand.

Herhaal 10 keer. Tussen de herhalingen door de vingers helemaal strekken.

Maak een volledige vuist, hierbij buigt u alle gewrichten van uw vingers. Uw duim blijft buiten de vuist. Voer deze oefening uit zonder kracht.

Herhaal 10 keer. Tussen de herhalingen door de vingers helemaal strekken.

Maak een hoekvuist (de twee bovenste gewrichten van de vingers zijn gebogen). Laat uw duim hier buiten. Houd deze oefening 5 seconden vast. En ga terug naar de volledige vuist.

Herhaal 10 keer. Tussen de herhalingen door de vingers helemaal strekken.

Raak met uw duim één voor één uw andere vingertoppen aan, begin met uw wijsvinger. Herhaal dit, steeds 1 kootje lager. Glij dan zover mogelijk met uw duim via uw vinger naar beneden. Doe dit bij alle vingers afzonderlijk.

Herhaal 10 keer.

  1. Maak een afdakje van uw hand.
  2. Breng vervolgens de vingertoppen tot aan de handpalm, het laatste kootje blijft gestrekt (platte vuist).

Herhaal 10 keer. Tussen de herhalingen door de vingers helemaal strekken.

Houd uw vingers ontspannen en beweeg uw pols rustig naar achteren, uw vingers in licht gebogen ontspannen stand. Houd deze stand 3 seconden vast.

Beweeg uw pols nu rustig naar voren met uw vingers ontspannen in gestrekte stand. Houd deze stand 3 seconden vast. 

Herhaal 10 keer. Let op: de eerste 6 weken de pols niet volledig strekken en buigen.

Vragen en contact

Bij eventuele vragen kunt u contact opnemen met de afdeling handtherapie van het Maasziekenhuis: (0485) 84 52 55.