Artikeloverzicht

"Dankzij de operaties kan ik beter voetballen én snowboarden"

Tien jaar geleden werd Yule van der Veen (19) als een van de eerste patiënten geholpen in de Sint MaartensKinderkliniek. Speciaal voor het tienjarige jubileum van de Kinderkliniek blikt hij – samen met orthopedisch chirurg Ten Ham – terug op die periode. "Voor mij was dit de weg naar meer bewegingsvrijheid."

Zijn stem is wat hees, verontschuldigt Yule zich aan het begin van het gesprek. Hij grinnikt. “Een feestje. Ik loop stage bij Vitesse en eergisteren kregen ze hun proflicentie terug. Je snapt: dat hebben we goed gevierd.” Voetbal is zijn grote passie: naast zijn stage bij Vitesse maakt hij al jaren deel uit van het Nederlands CP-team van de KNVB. Dat is een team voor voetballers die als gevolg van een hersenbeschadiging een motorisch probleem hebben.

Zelf kreeg Yule als baby een hersenbloeding, waarbij hij cerebrale parese opliep. “Dat had gevolgen voor mijn spieren en looppatroon. Zelf had ik er trouwens weinig last van – ik was het gewend. Toen ik ging voetballen, rende ik ook moeiteloos achter die bal aan. Wel liep ik met mijn linkerbeen altijd erg op mijn tenen. En kwam ik in een kopduel terecht met een tegenstander, dan kon ik me niet goed afzetten.”

Orthopedisch chirurg A. ten Ham

Sint MaartensKinderkliniek
Op tienjarige leeftijd komt Yule voor het eerst in de Sint Maartenskliniek, bij kinderorthopeed Ten Ham. Officieel is hij een van de eerste patiënten van de Sint MaartensKinderkliniek in Boxmeer, die op dat moment nét in bedrijf is. Ten Ham: “Voor die tijd hadden we op onze locatie in Nijmegen eens per week een kinderspreekuur en eens per twee weken de mogelijkheid om kinderen te opereren. Dat werkte prima, tot het steeds drukker werd. De Sint Maartenskliniek besloot daarop de Kinderkliniek te openen op onze locatie in Boxmeer. Daar zitten we in het gebouw van het Maasziekenhuis Pantein dat een aparte kinderafdeling heeft. De kinderartsen en verpleegkundigen van Maasziekenhuis Pantein dachten vanaf het begin actief mee. Die betrokkenheid maakte dat de Kinderkliniek meteen goed van de grond kwam.

Omdat zo’n nieuwe werkplek altijd schakelen is, begonnen we met relatief  ‘kleinere’ ingrepen.” Yule is in dat opzicht de ‘ideale’ patiënt, vervolgt hij. “Hij had een probleem met zijn lange kuitspier, die was te kort. Zijn linkervoet stond daardoor in een spits, dertig graden naar beneden. Zijn kuitspier moest verlengd worden en dat was een relatief ‘eenvoudige’ operatie.”

Nieuwe ingreep
De operatie én revalidatie verlopen vlot en al snel kan Yule door met zijn dagelijkse leven. Yule: “Ik had jaarlijks een controle, maar deed verder mijn eigen ding. Zo ging ik naar school, voetbalde ik en ging ik elk jaar snowboarden.” Dat verandert tijdens een controle in 2020, haakt dokter Ten Ham in. “Op foto’s zag ik dat Yule’s kuitspier weer korter werd. Op zich niet vreemd: we zien dat vaker bij kinderen met cerebrale parese in de groei. Daarnaast kon Yule zijn knie niet meer goed strekken en had hij een beenlengteverschil van meer dan drie centimeter. Dat hij daar toch zo goed mee voetbalde en snowboardde, verraste me – het staat me echt nog bij hoe fanatiek hij was.” Yule kreeg een zogenaamde gangbeeldanalyse in het Loop Expertise Centrum in Nijmegen, waar kinderrevalidatieartsen en kinderorthopeden samenwerken. Ten Ham: “Naar aanleiding daarvan besloten we dat er toch een operatie nodig was. Yule had nu geen klachten, maar als we niks zouden doen, zouden die later wel opspelen.”

Het gaat om een SEMLS-operatie, waarbij Yule aan zowel zijn heupen, knieën en enkels wordt geopereerd. Ten Ham: “Ik doe deze operatie niet bij elke patiënt, want het is een fikse ingreep die zeker vier uur duurt. Daarna moeten patiënten een jaar lang revalideren. Bij Yule hadden we het idee dat hij de revalidatie goed zou aankunnen. Hij is sportief aangelegd en had een enorme drive. Dat doorzettingsvermogen heb je nodig. Je kunt als arts wel gaan opereren, maar als een patiënt niet wil of kan oefenen en revalideren, schiet het alsnog weinig op.”
Yule is het daarmee eens. “Eerlijk gezegd had ik de operatie een beetje onderschat. Ik was vooraf positief en dacht: dat doe ik wel even. Ha, viel dat even tegen. Het herstel duurde láng. Je moet je voorstellen dat je anderhalf jaar niks kunt doen: ik lag veel op bed, kon nauwelijks bewegen. Het scheelde dat we door corona in een lockdown zaten en alles dicht was, maar het was alsnog een saaie tijd. Ik was blij dat ik na zes weken mocht gaan revalideren in de Kinderkliniek. Lopen, fietsen, balansoefeningen doen… bewégen. Toen kwam er ook langzaam verbetering in. Maar goed, ik had geen keuze: voor mij was dit de weg naar meer bewegingsvrijheid in de toekomst.”
Ten Ham: “Het grappige is dat ik dat helemaal niet zo heb meegekregen. Ik vond jou altijd heel vrolijk en heb jou nooit terneergeslagen gezien, zelfs niet na de operatie.”
Yule: “Viel gelukkig ook mee hoor, ik ben wat dat betreft moeilijk te breken. Waarschijnlijk omdat ik als kind al zoveel heb meegemaakt.”

Yule van der Veen

Adrenaline
Anderhalf jaar na de SEMLS-operatie, staat Yule eindelijk weer op het voetbalveld. Zijn gevoel? Met geen pen te beschrijven. Lachend: “De adrenaline gierde door mijn lijf!” Al ging het voetballen zelf nog ‘voor geen meter’ – zijn eigen woorden. “Mijn passes deden zeer en ik kreeg geen kracht in die bal. Het duurde nog een jaar voordat ik óók op het veld weer de oude was. Maar ik was allang blij dat ik er überhaupt stond.”
Inmiddels gaat het hartstikke goed met Yule en zit hij boordenvol plannen. Dit jaar zijn mbo-studie afronden, volgend jaar een hbo-studie volgen en in de tussentijd naar Oostenrijk om snowboardles te geven. “Ik wilde een buitenlandtrip combineren met iets dat ik leuk vind, dus de link met snowboarden was snel gemaakt. Daarin ben ik trouwens óók veel beter geworden na de operatie. Zo heb ik meer balans in mijn benen en maak ik betere bochten – waardoor ik sneller ga.”
Ten Ham: “Heel leuk om te horen, dat was ook wel een van jouw doelen: een betere houding aannemen en een mooiere snowboardtechniek.”

Goed gevoel
Inmiddels is Yule uitgegroeid en hoeft hij niet meer op controle te komen. Wel kijkt hij met een goed gevoel terug op zijn behandeling. “De Kinderkliniek maakte voor mij ook echt wel het verschil. Op de Nijmeegse locatie was niks aan te merken, maar het was minder op kinderen gericht – terwijl het in Boxmeer niet eens als een ziekenhuis aanvoelde. Kwam door kleine dingen, zoals veel speelgoed in de wachtkamers. En ik herinner me zelfs een konijn! Nou, dat bood wel afleiding. Natuurlijk wil je als kind niet in het ziekenhuis liggen, maar mijn herinneringen aan de Kinderkliniek zijn alleen maar positief.”