Download dit plan

Spreidbroekje

Er is bij uw kindje een heupafwijking vastgesteld, genaamd heupdysplasie. De heupjes hebben zich tijdens de zwangerschap niet goed kunnen ontwikkelen. Uw kindje krijgt als behandeling een spreidbroekje. Hier leest u informatie en praktische tips. 

Wat betekent het dragen van een spreidbroekje voor uw kindje? 

Het spreidbroekje doet geen pijn. Uw kindje kan gewoon leren zitten, kruipen, draaien. Soms is er sprake van een kleine achterstand in de motorische ontwikkeling, maar onze ervaring is dat kindjes dit in de weken na het stoppen van behandeling met een spreidbroek weer snel inhalen. 

De eerste paar dagen zal uw kindje moeten wennen aan het spreidbroekje. De medewerking van de ouders is zeer belangrijk voor het resultaat van de behandeling. Troost uw kindje als het huilt, maar doe het spreidbroekje niet uit. Het huilen komt veelal uit de frustratie dat niet alle bewegingen meer mogelijk zijn. Het huilgedrag zal over het algemeen na drie dagen weer een normaal patroon aannemen. U mag altijd de eerste dagen paracetamol geven om het ongemak wat te verlagen. Het dragen van een spreidbroekje hoort pijnloos te zijn. Als u vermoedt dat uw kind wel pijn heeft, neem dan meteen contact op met de gipskamer of behandelend arts.  

In het begin is het aangedane heupje vaak wat stijf waardoor het beentje niet volledig naar buiten valt. Na verloop van tijd wordt het heupje steeds soepeler, waardoor ook het aantrekken van het spreidbroekje gemakkelijker gaat. 

Draagvoorschrift 

Bij het in bad doen en tijdens het aan- en uitkleden mag het spreidbroekje even af. Het dient van 23 uur per dag gedragen te worden. Bij elke controle bij de arts wordt gekeken of de draagtijd nog van toepassing is.  

Het spreidbroekje aanleggen

Downloaden
Spreidbroek | Pavlik-bandage

De Pavlik-bandage bestaat uit drie onderdelen, een borstband met daaraan twee kruislingse schouderbanden en twee individuele beenstukken.

De borstband moet als eerste worden aangedaan. Hiervoor moet het klittenband aan de voorzijde geopend worden. Deze sluiting zit qua hoogte op de tepellijn waarbij er qua omvang hooguit 2 vingers ruimte gehouden moet worden in verband met de ademhaling. De schouderbanden kunt u van achter naar voren halen en op het aangetekende streepje sluiten.

Vervolgens worden de beenstukken aangedaan. Om de beenstukken aan te doen opent u de klittenbanden en plaatst u het kousje van voren af over het voetje. Met de 2 klittenbanden zet u het beentje vast. Hier wordt niets op aangetekend omdat elke broekje een andere dikte heeft. Herhaal deze stap aan de andere zijde.

Vervolgens haakt u het lange klittenband van de borstbeenband door het lusje van de beenstukken. U begint met de zijde van het aangedane heupje. Eerst de band aan de voorkant en daarna de band aan de achterkant. De gipsmeester of behandelend arts tekent de bandjes af, zodat u precies weet hoe strak alle bandjes moeten zitten. De bedoeling is dat de bovenbeentjes in een hoek van 90 graden staan met het bovenlijfje. Hierbij moet u de dikte van de luier niet meenemen in de hoekmeting.

Schuif het plaatje onder de billen en onderrug van uw kindje. Als u met vlakke hand de luier iets induwt dan kunt u als het goed is net het onderrandje van het plaatje voelen. Dan sluit u de beenkappen met de klittenbandsluitingen om de beentjes, het aangedane heupje als eerste. Hierbij moet het stangetje goed midden in beeld te zien zijn. De kapjes strak genoeg aan doen, als u vanaf de zijkant kijkt moeten deze minimaal in een u-vorm staan, dus niet wijder uit naar boven. De bedoeling is dat de bovenbeentjes in een hoek van 90 graden staan met het bovenlijfje. Hierbij moet u de dikte van de luier niet meenemen in de hoekmeting.

Afdoen van het spreidbroekje

Downloaden

Eerst de lange banden tussen beentjes en bovenlijf los maken, daarna bovenstuk los maken en uitdoen. Bij verschonen kan bovenstuk aan blijven, maar beendelen wel volledig uitdoen, om te voorkomen dat deze vies worden.

De Campspreider kunt u afdoen door de beenkappen los te maken en de band om het middel los te maken. Dit zal bij het verschonen iedere keer moeten gebeuren.

Leefregels met een spreidbroek

Downloaden

Het is van belang dat er een aantal leefregels worden toegepast om de spreiding van de benen te bevorderen.

  • Zorg dat bij elke houding van uw kindje, in welke situatie dan ook, de benen voldoende ruimte hebben om te spreiden. Bij tillen of troosten mag u het kindje op de heup nemen of met de benen gespreid tegen uw buik houden.
  • De onderbeentjes zullen wat naar beneden vallen als uw kindje op de rug ligt. Om dit comfortabeler te maken kunt u een handdoek of klein kussen onder de onderbeentjes (niet de bovenbeentjes of de billen) leggen. Hiermee komt er ook meer ontspanning voor de onderrug van uw kindje.
  • Het is even zoeken naar een goede houding om uw kindje te voeden terwijl het een spreidbroek draagt. Let er in ieder geval op dat de beentjes goed gespreid blijven. Ook het geven van borstvoeding is met een spreidbroek mogelijk, de rugbyhouding is vaak fijner om te voeden.
  • Uw kindje mag in een draagzak, zolang de beentjes maar wijd gespreid worden en de spreidbroek in de draagzak aanblijft.
  • Het kan zijn dat de reflux (teruggeven van wat voeding) wat meer wordt met het gebruik van een spreidbroek. Tijdens en na het voeden uw kindje wat rechterop houden of in een wipstoel zetten is dan vaak een goede oplossing. Mocht dit te veel zijn, dan graag overleggen met de gipskamer om te kijken wat de beste oplossing is.
  • De ontlasting van uw kindje kan wat vaster worden door de houding waarin het neergelegd wordt. Mocht dit problemen opleveren dan graag overleggen met de gipskamer.
  • Het spreidbroekje wordt over dunne kleding, zoals een kruippakje, legging, dun soepel broekje gedragen. Let op dat de kleding onder de bandage voldoende aansluitend zit, zodat er zo min mogelijk plooien ontstaan.
  • Over het spreidbroekje heen kan wijde soepele kleding gedragen worden. Een broek moet een breed kruis en een hoge taille hebben. Broekjes, rokjes of jurkjes mogen niet te strak zitten. De banden tussen borst en beengedeelte moeten wijd uit kunnen blijven staan.
  • De beentjes van uw kindje worden door het spreidbroekje naar buiten gehouden. Hierdoor kan het voorkomen dat de knieën tegen de rand van de Maxi-Cosi komen. U kunt de originele ‘verkleiner’, een kussentje of handdoekenrol onder de billen leggen, waardoor uw kindje hoger in de Maxi-Cosi komt te liggen en er meer ruimte voor de beentjes ontstaat.
  • Voor korte autoritjes is het geen punt dat uw kindje in de gewone Maxi-Cosi zit. Bent u van plan een langere autorit te maken of zit uw kindje regelmatig lange tijd in de auto, dan is er een aangepaste Maxi-Cosi te verkrijgen. Kijk hier voor het gebruik van de geschikte Maxi-Cosi Opal HD, die ontwikkeld is in samenwerking met een kinderorthopeed.
  • Controleer of uw wandelwagen voldoende ruimte biedt voor spreiding van de U kunt de wandelwagen opvullen met kussens of een geschikte wandelwagen huren op bredebuggy.
  • Controleer het spreidbroekje regelmatig op slijtage en zorg dat de klittenbanden vrij zijn van stof, vuil of draadjes e.d. om een optimale hechting van de banden te kunnen garanderen.
  • Pavlik; Sluit voor het wassen alle klittenbanden. De bandage kan met de hand gewassen worden of op een kort programma in de wasmachine op 30 graden. . De Pavlik-bandage niet ophangen maar liggend laten drogen. De Pavlik-bandage mag niet in de droger. Wij adviseren de Pavlik Bandage na het wassen in een handdoek te wikkelen om overtollig water te verwijderen. NIET wringen.
  • Campspreider; schoonmaken met een vochtige doek met zeep is mogelijk, niet regelmatig nodig.

Controle afspraken

Na 1 week plannen we een controle afspraak om te evalueren hoe het gaat. Graag vragen wij u te letten op de volgende zaken:

  • Roodheid op het scheenbeen of op de schoudertjes. Dit kan voorkomen, maar de huid mag niet stuk gaan en de roodheid moet binnen een uur na het uitdoen van de bandage weggetrokken zijn.
  • Bewegen van de beentjes; Wanneer uw kindje het beentje niet meer gebruikt, doe dan het spreidbroekje af en neem zo snel mogelijk contact met de gipskamer op, zodat we het spreidbroekje kunnen controleren.

Na de eerste controle vindt er elke 4 tot 6 weken een controle afspraak plaats met uw behandeld arts. Hier kan van afgeweken worden als uw kindje een groeispurt heeft gehad. Neem daarom bij twijfel altijd zelf contact op met de gipskamer.

Bij elke controle zal er afhankelijk van de bevindingen besloten worden of de spreidbroek gecontinueerd moet worden.

Indien de heup bij een heupluxatie met een spreidbroekje niet teruggaat richting de kom, kan het zijn dat uw kindje een gipsbroek moet krijgen. Bij heupdysplasie zonder luxatie is de kans hierop erg klein.

Overige vragen en maken van afspraken

Als u nog vragen heeft of er zijn problemen met het spreidbroekje, neem dan contact op met de gipskamer. U kunt bellen naar (0485)-846 140 of mailen naar [email protected].
We beantwoorden uw vragen of plannen een afspraak in.

Extra informatie

Op onderstaande sites vindt u extra informatie die voor u handig kan zijn.