Download dit plan

Plotseling optredende verwardheid

Als u door uw aandoening of ziekte plotseling tijdelijk verward raakt, noemen we dit een ‘delier’. Hieronder leest u meer over de behandeling hiervan en geven we enkele praktische tips.

Wat is een delier?

Bij een delier is sprake van tijdelijke verwardheid door een lichamelijke ziekte. Vooral bij ouderen kan deze verwardheid optreden als de lichamelijke situatie plotseling verandert. Het kan zijn dat u een delier krijgt bij een operatie, een infectie, een ziekte van uw hart of longen of stoornissen in uw stofwisseling. Ook kunnen medicijnen, of het plotseling stoppen van medicijnen, stress, angst of te weinig slaap bijdragen aan het ontstaan van een delier. Er is een verhoogd risico op delier bij dementie, al bestaande geheugenproblemen en als er eerder een delier is geweest.

Als u lichamelijk verbetert, neemt uw verwardheid af. Het kan zijn dat u enkele uren verward bent, maar het delier kan ook dagen duren. Dit hangt af van:

  • de ernst van uw bijkomende lichamelijke aandoening en het herstel hiervan.
  • bestaande geheugenproblemen.

Hieronder leest u meer over het delier, de behandeling en de manier waarop uw familielid/vriend(in) of kennis het beste om kan gaan met uw tijdelijke verwardheid.

Onze behandeling

print

Als u een delier heeft, kan het zijn dat u de volgende klachten ervaart:

  • De aandacht is verminderd: u bent minder helder. Dit kan wisselen over de dag. Hierdoor werkt het geheugen ook minder goed. Iets wat iemand u net verteld heeft of wat net gebeurd is, bent u weer vergeten.
  • U weet niet soms niet goed waar u bent en waarom u in het ziekenhuis ligt.
  • U bent soms de grip op uzelf en uw omgeving kwijt.
  • Klachten van onrust, met trekken aan een catheter of infuus.
  • Uw slaap- en waakritme is anders dan normaal: u slaapt soms juist overdag en bent ’s nachts wakker. In de avond en de nacht is verwardheid vaak ook erger dan overdag.
  • U heeft soms moeite met wassen, aankleden en zelfstandig eten.
  • U ervaart de werkelijkheid soms anders. Zo kunt u dingen horen of zien die er niet zijn, zoals beestjes, stemmen of geluiden. Voor u zijn deze belevingen echt.
print

In de Sint Maartenskliniek werkt een ‘geriatrie team’, dat uit geriaters, verpleegkundigen (aandachtsvelders geriatrie) en fysiotherapeuten bestaat. Dit team gaat, in overleg met uw eigen arts en verpleegkundigen aan de slag om het delier zo snel mogelijk weer te laten verdwijnen. De arts zal proberen om de onderliggende oorzaken van het delier bij u vast te stellen en te behandelen. Er worden eventueel medicijnen gegeven om de verschijnselen van het delier te verminderen.

Verder zal het verplegend personeel meer structuur geven en zorgen voor een rustige benadering. Ook wordt er gezorgd voor oriëntatiepunten zodat u weet waar u bent en welke dag het is. Het is van belang dat bril en hoorapparaat worden gedragen. Het helpt als een familielid blijft slapen of overdag aanwezig kan zijn (rooming-in).

Een enkele keer kan het nodig zijn om preventieve maatregelen te nemen om u te beschermen (valsensor, ultra-laagbed, bed tegen de muur). Bijvoorbeeld als u door onrust uit bed dreigt te vallen. Dit overleggen we altijd met uw familie. We proberen dit zoveel mogelijk te beperken en evalueren dit elke dienst.

print

Bezoek: graag, maar met mate

Als u een delier heeft, is bezoek extra belangrijk voor u. Door de aanwezigheid van bekenden kunt u zich veiliger en rustiger voelen. Soms vragen we een familielid om te blijven slapen (rooming in). Veel verschillend bezoek is niet wenselijk. Dit geeft teveel prikkels en zorgt voor onrust. Uw naasten kunnen het beste met elkaar afspreken wie wanneer bij u op bezoek komt en hoe lang. Zij kunnen u ook helpen met oriënteren, door bij binnenkomst te zeggen wie zij zijn, waar uzelf bent en wat er is gebeurd met u. Dit kunnen ze eventueel herhalen. Als ze weggaan, geven ze dit duidelijk aan. Uw bezoek laat u ook weten wanneer zij terugkomen en wie er hierna langskomt.

Communiceren in een rustig tempo en in korte, duidelijke zinnen

Uw bezoek kan bijvoorbeeld eenvoudige vragen stellen die u met ‘ja’ of ‘nee’ kunt beantwoorden. Zij kunnen u ook helpen door u te betrekken bij het hier en nu, bijvoorbeeld door voor te lezen uit de stads- of buurtkrant. Het is overigens niet altijd nodig om te praten: het is voor u vaak al fijn als uw familielid/vriend(in) of kennis er is.

Overige tips

Uw bezoek kan u ook helpen door ervoor te zorgen dat u uw bril of gehoorapparaat (als u die heeft) draagt en door te controleren of dit gehoorapparaat goed functioneert. Ook helpt het als zij vertrouwde voorwerpen meebrengen, zoals foto’s, kleine bekende spulletjes en een eigen hoofdkussen. Een klokje en/of kalender kan ook helpen ter oriëntatie.

Als u dingen ziet of hoort die er eigenlijk niet zijn, is het beter als uw naasten daar niet in meegaan, maar ook niet tegenspreken. Zij helpen u het beste als zij u zonder de strijd met u aan te gaan duidelijk kunnen maken dat hun waarneming anders is. Verder is het belangrijk dat ze praten over bestaande personen en echte gebeurtenissen.

print

Na herstel van uw lichamelijke problemen, herstelt u ook van het delier. Het kan gebeuren dat uw geheugenproblemen nog iets langer aanhouden. Mogelijk herinnert u zich, na het herstel van het delier, niets meer van de verwardheid. Dat komt vaker voor bij deze vorm van verwardheid. Maar het kan ook zijn dat u zich dit wel kunt herinneren. U kunt hierop dan allerlei reacties hebben, bijvoorbeeld angst voor het ziekenhuis of de afdeling of schuldgevoel over uw gedrag tijdens het delier. Het kan zinvol zijn om dit bespreekbaar te maken bij de verpleegkundige of de arts.

Omdat geheugenproblemen meer risico geven op het doormaken van een delier is het zinvol om 2 maanden na het doormaken van het delier een geheugenonderzoek door de huisarts te laten verrichten.

print

Heeft u (of uw naasten) na het lezen nog vragen of wilt u meer informatie? Neemt u dan contact op met de aandachtsvelders (verpleegkundigen) geriatrie (024) 365 96 27 (tussen 11.30 en 16.00 uur).