Artikeloverzicht

“Alles moest op de schop”

Als je een dwarslaesie krijgt, is het noodzakelijk om te verhuizen óf om je woning te laten aanpassen. Zoë Ritzaléos en haar vriend Jim van Elten kozen voor het laatste. Een forse uitdaging, maar het resultaat van de verbouwing mag er zijn.

Zomer 2016. De twintigers Zoë Ritzaléos en Jim van Elten uit Kerkdriel zijn met de motor op vakantie in Duitsland. Dan, op een ochtend, gaat het mis. “De weg boog naar links, maar ik reed rechtdoor”, vertelt Zoë. “Anderhalve meter lager kwam ik tot stilstand tegen een paaltje. Meteen wist ik dat het niet goed was: ik voelde mijn benen niet.” Een traumaheli bracht Zoë naar het ziekenhuis in Dortmund. Daar werd de diagnose gesteld: gebroken borstbeen, acht gebroken ribben, drie kapotte rugwervels en een klaplong. Een arts liet Jim weten dat zijn vriendin waarschijnlijk nooit meer zou lopen.

Geen vergunning

Jim nam al vanuit Duitsland contact op met de gemeente en de woningbouwcorporatie, omdat hij besefte dat het huurhuis van het stel voortaan slecht toegankelijk zou zijn voor Zoë. “Het bleek dat de corporatie geen huizen had voor mensen in een rolstoel. Het leek beter om ons huis te verbouwen”, zegt hij. Half november kwamen de bouwkundig adviseur, Wmo-consulent en ergotherapeut van de gemeente langs. “Zo’n beetje alles moest volgens hen op de schop”, stelt Jim. “Drempels weg, andere keuken, een slaapkamer en badkamer op de begane grond - Zoë kon immers niet meer zelf de trap op.” Het stel wilde daarom een uitbouw. “Maar dat mocht niet in onze tuin, hoorden we in december 2016.” Diezelfde maand kwam Zoë thuis, na een revalidatieperiode van 3,5 maand in de Sint Maartenskliniek: “Ik zat in mijn woonkamer en kon geen kant op. Ik was totaal afhankelijk van Jim.”

Woningruil

Toen diende zich onverwacht een redder in nood aan. Zoë: “Onze zeventigjarige Marokkaanse buurman stelde voor om van woning te ruilen. Hij had een hoekhuis met daarnaast een oprijlaan, waarop wél een uitbouw gerealiseerd kon worden.” Het stel was dolblij, totdat bleek dat nieuwe landelijke regels zo’n woningruil onmogelijk maakten. “Als we toch ruilden, zou de woningcorporatie een boete krijgen”, zegt Zoë. “Gelukkig ontdekte de gemeente dat er uitzonderingen gemaakt konden worden. De ruil mocht doorgaan.” Voor Jim betekende dit veel papierwerk. “Ik regelde onder meer met de Belastingdienst dat de huurtoeslag van de buurman door zou lopen en dat hij geen huurverhoging kreeg.”

Weinig flexibiliteit

Een bouwkundig adviseur van de gemeente maakte het ontwerp voor de uitbouw. Daarna koos de gemeente een aannemer. “Maar de gemeente bepaalde ook welke hoog-laagkeuken we mochten aanschaffen. Wij hadden zelf een goedkoper, beter alternatief gevonden, maar daar stond men niet voor open”, vertelt Zoë. “Ook merkten we dat de woningcorporatie weinig ervaring had met dit soort situaties en aanpassingen niet goed doordacht.” Ze verbaast zich over de geringe flexibiliteit van de instanties. “Men denkt in standaardoplossingen. Maar geen mens is toch standaard? Zo’n verbouwing vraagt juist om maatwerk!” Eind mei 2017 ging de verbouwing van start; eind juli was het klaar. “Daarna hebben we zelf nog geklust”, zegt Jim. “We schilderden en maakten bijvoorbeeld wieltjes onder alle meubels. Onder de wasmachine – die hoog staat - kwamen laatjes om natte was op te vangen, zodat Zoë deze zelf in de droger kan stoppen.”

Bureaucratie

Het resultaat mag er zijn. Het huis is tot in de puntjes verzorgd en op de begane grond helemaal toegankelijk voor Zoë. “In de toekomst willen we misschien nog een huislift en aan de slag met de bovenverdieping”, zegt ze. Terugblikkend zijn Zoë en Jim dankbaar voor de (financiële) hulp die ze kregen van diverse instanties, maar ook verbijsterd over de bureaucratie. “Je bent zó druk met regelwerk, dat je nauwelijks toekomt aan het verwerken van het ongeluk en het maken van toekomstplannen”, aldus Jim. Het stel adviseert anderen die in hetzelfde schuitje zitten zich goed te informeren. “Bij de Dwarslaesie Organisatie Nederland krijg je tips en steun”, zegt Zoë. “Maar het allerbelangrijkste is: geef duidelijk aan wat je wil! Er blijkt meer mogelijk dan je denkt.”