Artikeloverzicht

Ganz-methodiek vermindert klachten heupdysplasie

De Sint Maartenskliniek is een van de weinige zorgcentra in Nederland waar heupdysplasie-patiënten terecht kunnen voor een zogeheten peri-acetabulaire osteotomie volgens Ganz. Orthopeed Arno ten Ham legt uit hoe dit komt. "Dit vergt én 3D-inzicht én fingerspitzengefühl."

Ongeveer 20 op de 1.000 pasgeborenen hebben een heupdysplasie. De heupkop wordt dan onvoldoende overdekt door de heupkom. Hierdoor past het heupgewricht niet goed in elkaar en werkt het minder goed. Met als gevolg dat de heup al op (jong)volwassen leeftijd tekenen van slijtage kan vertonen. Een kunstheup is dan eigenlijk geen optie: een dergelijke heup gaat voor minder dan de helft van de patiënten langer dan 15 jaar mee. Waardoor je in je leven meerdere kunstheupoperaties kunt krijgen. "Je bent dan meer gebaat bij een 'reddingsoperatie', een standcorrectie van de heup vanuit het bekken", stelt orthopeed Arno ten Ham. "Er zijn voor volwassenen eigenlijk twee ingrepen om de kom weer over de kop heen te plaatsen en zo het krachtenspel beter te verdelen en de pijnklachten te verminderen: de triple osteotomie of een peri-acetabulaire osteotomie (PAO) volgens Ganz."

Standcorrectie heup vanuit het bekken

De triple osteotomie is een veelvoorkomende ingreep als een kleinere correctie volstaat. De Ganz-methode is er voor de grotere correcties. "Bij beide ingrepen nemen we het bekken op meerdere plaatsen door, zodat we het kommetje kunnen kantelen", legt Ten Ham uit. "Het gaat daarbij om drie botten in het bekken rond de heupkop. Bij de Ganz-methode ga je zo dicht mogelijk op het kommetje zitten en neem je twee van de drie botten deels door. Het derde bot – het schaambeen – gaat helemaal door. Op die manier kun je het kommetje heel mooi draaien in de gewenste richting. De ruimte die dan overblijft, vul je op door een wig van de bekkenkam aan de bovenzijde te pakken en deze ertussen te plaatsen. De gehele reconstructie zet je vast met schroeven. Doordat je het contactoppervlak vergroot, komt er minder druk op het kraakbeenoppervlak. Daardoor heeft de patiënt minder of zelfs helemaal geen pijn meer. De triple osteotomie heeft hetzelfde doel, maar daar neem je alle drie de botten helemaal door."

Op het gevoel

Er zijn in Nederland maar een paar centra en een handvol orthopeden die de Ganz-methode uitvoeren. Ten Ham: Dit is namelijk een technisch ingewikkelde ingreep is, waarvoor je 3D-inzicht moet hebben en een hoge mate van fingerspitzengefühl. Je moet voelen waar je tijdens de ingreep met je beitel zit. Het is eigenlijk een 'blinde techniek', waarbij je slechts beperkt hulp hebt van de röntgenbuis waardoor je kijkt. Je ziet niet alle botten even goed. Eentje zie je zelfs helemaal niet. Je zit met de beitel als het ware in de diepte, voelt of je op het bot zit en gaat dan tikken. Dat bot moet dan precies door de helft. Dat maakt de operatie erg lastig: je ziet het niet, je moet het voelen. Bij een triple osteotomie zie je de drie botten wel."

Geen routine-ingreep

Niet zien, maar op de tast: het is voor veel orthopeden de reden om deze ingreep niet uit te voeren. Het is ook geen routine-ingreep. In de Sint Maartenskliniek wordt de operatie wel vaak uitgevoerd, waardoor er veel ervaring is opgebouwd. Die ervaring is noodzakelijk voor een goed eindresultaat. "Je kunt het tot op zekere hoogte leren, maar je moet er ook het juiste gevoel voor ontwikkelen", onderstreept Ten Ham. "Er zijn ook risico’s aan verbonden, zoals zenuwletsel en nabloedingen. Maar als je deze techniek beheerst, zijn daar veel patiënten bij gebaat. Met name bij jonge mensen is het slagingspercentage 70 tot 80 procent. Dit betekent dat zij na een half jaar tot een jaar in het dagelijks leven echt minder of zelfs geen pijnklachten meer ervaren. De heup blijft dysplastisch – daar kunnen we helaas niets aan veranderen. Maar al dan niet geheel pijnvrij lopen is al heel veel waard."