Kinderzorg

Kinderrevalidatie - Wat is de kern van het probleem?

Wat kan de kinderrevalidatie betekenen in een wirwar van verwijsmogelijkheden in de directe omgeving? De mogelijkheden zijn bij velen te weinig bekend.

Als een kind problemen met bewegen ervaart, hoe klein of groot het ook is, is het belangrijk dat de oorzaak van het probleem wordt ontdekt. Wanneer het probleem niet vanzelf over gaat is het belangrijk te bepalen wat er aan gedaan kan worden en wie dit kan doen.

Vaak wordt er wel gedacht aan het inschakelen van een fysiotherapeut om te onderzoeken of het beweegprobleem te normaliseren is. Maar wat kun je doen als er geen vorderingen worden gemaakt, of het probleem complexer blijkt te zijn?

Binnen de kinderrevalidatie kan een probleem medisch en paramedisch redelijk snel worden geanalyseerd. Doordat we gewend zijn in een team te werken en het probleem van meerdere kanten te belichten. In ons team kan ook de kinderorthopeed en/of kinderreumatoloog eenvoudig geraadpleegd worden. Het geeft niet alleen zicht op een mogelijke medische oorzaak van het bewegingsprobleem, voor zover nog niet bekend. Maar geeft ook zicht op gedrag, cognitie en communicatie.

Het kinderrevalidatie-team richt zich bij uitstek op de gevolgen van een ziekte of aandoening van het houding-en bewegingsapparaat en/of zenuwstelsel en heeft veel kennis over:

  • het (weer) aanleren van vaardigheden,
  • het weer leren deel nemen aan de maatschappij (participatie).

Het kinderrevalidatie-team belicht de problemen van diverse kanten: medisch, paramedisch en psychosociaal. Bovendien zijn er goede contacten met het onderwijs via de mensen van bijvoorbeeld ”Passend Onderwijs”

We hebben daarvoor verschillende diagnostiek modules zoals:

  Leeftijd Diagnostiek
Klachten houdings- en bewegingsapparaat 0 - 4 jaar KIEST:
multidisciplinaire analyse op 1 dag voor peuters en kleuters
  4 - 16 jaar ZOOM-IN:
multidisciplinaire analyse zonder onderliggende diagnose (DCD achtige problemen) in 1 week
  4 - 18 jaar HOUDINGS-EN BEWEGINGS SCREENING: multidisciplinaire analyse voor een complexere aandoening bijvoorbeeld: cerebrale parese, spina bifida, beenamputatie, ziekte van Perthes hersenaandoeningen, grof- en fijn-motorische problemen, armhandfunctieproblemen, ontwikkelingsvertraging, spierziekten etc…
Chronische pijnklachten aan houdings- en bewegingsapparaat 4 - 16 jaar INTAKE BACK-to-BASIC:
multidisciplinaire indicatiestelling op 1 dag voor kinderen/jongeren

Protocol

Patiënten kunnen verwezen worden voor diagnostiek van de Sint MaartensKinderkliniek kinderrevalidatie. We vragen dan de patiënten om eerst een vragenlijst in te vullen. De vragenlijst heeft betrekking op algemene houdings- en bewegingsvragen, of juist specifiek over het gedrag of de motoriek. Met deze aanvullende informatie bepalen wij met welke gespecialiseerde revalidatiearts een eerste consult gepland kan worden. Na het consult bepaalt de revalidatiearts welke diagnostiek het beste kan worden ingezet.
Soms zetten wij dan andere screeningmethodes in zoals:

  • De ULA Upper Limb Analysis: multidisciplinaire diagnostiek van arm-handfunctieproblemen bijvoorbeeld bij cerebrale parese of congenitaal defect/ziekte.
  • Het LEC: het Loopexpertisecentrum voor analyse van een loopprobleem bij een kind in het looplaboratorium door een gespecialiseerd team, waarin de kinderrevalidatiearts, kinderorthopeed en kinderfysiotherapeut nauw samenwerken.

Terug naar de eerste lijn of behandeling

Op basis van de uitgebreide diagnostiek kan de vervolgstap genomen worden. Huisartsen, ouders en eventueel school worden daarbij betrokken. Soms kan worden volstaan met adviezen voor de behandelaar in de eerste lijn. Soms is daarna revalidatiebehandeling in een kinderrevalidatie-team zinvol.

Vragen?

Heeft u vragen over de diagnostiek van de kinderrevalidatie? Of twijfelt u over een verwijzing naar de kinderrevalidatie? Neem dan contact op met revalidatiearts Margriet Poelma voor collegiaal overleg via (024) 365 94 12, of stuur uw vraag naar: [email protected].

Praktische informatie

  • Korte toegangstijden: binnen 2/3 weken gegarandeerd een afspraak
  • Verwijzing via ZorgDomein: Revalidatie > Kinderrevalidatie

CASUS - Hoe verloopt een Zorg en Onderwijs Op Maat Integraal diagnose? (ZOOM-IN)

Hulpvraag over Job, jongen van 7 jaar

School geeft aan dat mijn kind Job soms dromerig is en verhoogd afleidbaar, meer moeite heeft met meedoen in de gymles en problemen heeft met schrijven. Wij als ouders hebben soms ook wel vragen of ons kind het allemaal wel begrijpt en het tempo van de klas wel kan volgen.

Ook zien we wel dat Job meer moeite heeft met het aanleren van bewegingen. Zoals het leren fietsen, zwemmen, etc. Hoe komt het dat ons kind zoveel nabijheid zoekt, met name bij mij als moeder? Hij is erg druk in zijn bewegingen en valt regelmatig.

Hoe komt mijn boodschap aan? Hoe staat het met zijn taal en het begrijpen van dingen?

De huisarts verwijst naar de ZOOM-IN diagnostiek. De teamleden van ZOOM-IN maken vervolgens een uitgebreide analyse.

Multidisciplinaire analyse

  • De kinderrevalidiearts doet een neurologisch onderzoek volgens Touwen;
  • De fysiotherapeut onderzoekt Job volgens de MABC en beoordeelt de kwaliteit van het bewegen vooral grofmotorisch;
  • De ergotherapeut bekijkt en beoordeelt met name de fijne motoriek en o.a. hoe Job waarneemt hierbij;
  • De logopedist kijkt naar de spraak en taal van Job en beoordeelt de mondmotoriek;
  • De psycholoog brengt in kaart hoe Job informatie waarneemt en verwerkt en test de intelligentie.

Daarna beschrijft het team de algemene conclusies en probeert vast te stellen wat nu het belangrijkste probleem is dat gezien wordt bij Job en dat hem belemmert thuis en op school.

Kernproblematiek

Het team formuleert het belangrijkste probleem. In het geval van Job:

Job heeft vooral gebrek aan focus, hij is snel afgeleid en zijn motorische onrust belemmert hem bij het nauwkeurig uitvoeren van verschillende vaardigheden.

In een rustige setting en bij een benadering waarbij het voor Job duidelijk is wat er van hem verwacht wordt werkt hij met voldoende concentratie en een goede motivatie. Job laat dan ook een beter resultaat zien in de fijne motoriek. Voordoen en nadoen helpt Job in de uitvoering. Job heeft echter veel bewegingsonrust; laat zich afleiden door interne en externe prikkels. Hij is impulsief. En laat zeer wisselende resultaten zien op verschillende momenten. Job praat wisselend verstaanbaar en heeft een korte concentratieboog.

Gezamenlijk advies voor school en ouders

1. Job is in staat geconcentreerd te werken en een ander te begrijpen, als wordt voldaan aan een aantal criteria:

  • Er wordt extra aandacht geschonken aan de uitleg.
  • Bied inhoudelijk liever een te gemakkelijke taak aan, zodat Job niet afhaakt.
  • Job begint pas als hij de taak echt begrijpt.
  • De taak is goed te overzien, het is duidelijk wat er wordt verwacht, ook in tijd.
  • Job weet wat hij moet doen als hij klaar is.
  • Job heeft zo min mogelijk afleiding (visueel en auditief).
  • Job controleert samen met een volwassene en leert van de feedback die hem wordt gegeven.
  • Job krijgt zoveel mogelijk positieve feedback op zijn taakhouding.

2. Ten aanzien van de concentratie en impulsiviteit/bewegingsonrust is het goed om Job te helpen om zijn belasting en belastbaarheid in balans te houden. Job is erg actief en heeft moeite om zichzelf te remmen tijdens het uitvoeren van opdrachten. Het bieden van structuur waarin hij rustmomenten krijgt aangeboden helpt hem om zich beter te kunnen concentreren op de uitvoering of het aanleren van een (motorische) opdracht. Start-stop spelletjes (en gericht bewegen (bijvoorbeeld over stoepranden lopen) zijn voorbeelden waarbij hij wordt gestimuleerd om zijn lijf beter te voelen door kracht en richting van zijn bewegingen bewust aan te sturen.

3. Job heeft baat bij duidelijke, concrete instructies met visuele ondersteuning bij nieuwe taken. Hij lijkt tijdens de screening te leren van voordoen, samendoen en nadoen. Vertel wat je doet (praatje), laat zien wat je doet, houd de materialen bij de instructies, aanwijzen wat je bedoelt (plaatje) en samen doen (daadje).Hij kijkt goed naar het voorbeeld dat gegeven wordt en probeert dit zelf na te doen. Bij het aanleren van nieuwe vaardigheden is het daarom goed om te laten zien hoe iets moet (bijv. een figuur tekenen) en hem hier veel ervaring in op te laten doen. In de ergotherapeutische screening werd gewerkt met concrete materialen, afwisseling in opdrachtjes, afwisseling in zitten aan tafel en bewegen en er werd geen direct verbaal beroep op Job gedaan. Hier lijkt Job veel baat bij te hebben om te kunnen spelen/werken, dingen te leren en instructies op te pikken.

Vervolgbehandeling

Het team formuleert het behandeladvies en verwijst direct naar de behandelend therapeut in de eerste lijn of dagbehandeling als het probleem complex is in overleg met ouders.

Bijvoorbeeld logopedische begeleiding is geïndiceerd, waarbij aandacht voor:

  • Het verwoorden van denkprocessen, met name verschillen en overeenkomsten aangeven, oorzaak-gevolg zien, logisch vertellen.
  • Het mondademen (anatomie neus/keel/mondgebied door huisarts eerst nader onderzoeken), de spraakverstaanbaarheid en de stemgeving.
  • Ouders, school en huisarts en/of verwijzer krijgen een volledig verslag van de bevindingen en (behandel) advies.

Natraject

In het natraject van ZOOM-IN, dat bestaat uit een eenmalig bezoek aan school door een natrajectfunctionaris van Partner Passend Onderwijs samen met ouders, worden de screeningsresultaten vertaald naar de onderwijssituatie.


Waarom ZOOM-IN van de Sint Maartenskliniek?

  • Goede multidisciplinaire probleemanalyse
  • Kort traject
  • Veelal vervolgbehandeling in eerste lijn, met concrete adviezen
  • Overdacht naar leerkracht op school