Paul Schreuder is orthopedisch chirurg. Samen met collega Gerben van Buul plaatste hij afgelopen zomer voor het eerst in dagbehandeling een halve knieprothese bij meneer Henst. De orthopeden verwachten dat prothese-operaties in dagbehandeling steeds gangbaarder worden.
“Tot nu toe was het gebruikelijk dat mensen die geopereerd werden voor een halve knieprothese nog een nachtje in het ziekenhuis bleven. Maar als we dan een verpleegkundige vroegen of er in de nacht zorg was verleend aan de patiënt, was het antwoord heel vaak ‘nee’. Ook patiënten gaven aan dat ze prima thuis hadden kunnen slapen. Zo is het idee ontstaan om een deel van die patiënten in dagbehandeling te opereren.”
“Om ervoor te zorgen dat ze ook echt aan het eind van de middag weer naar huis kunnen, doen we de operatie aan het begin van de dag. We houden de werkingsduur van de ruggenprik zo kort mogelijk, zodat de patiënt weer snel kracht in de benen heeft. Daardoor heeft de fysiotherapeut de hele middag om oefeningen met de patiënt te doen en hem of haar klaar te maken voor vertrek naar huis. En als iemand te veel pijn heeft of als de wond gaat lekken, dan nemen we geen risico. Dan blijft de patiënt gewoon nog een nacht.”
“Meneer Henst was de eerste patiënt bij wie we dit als pilot hebben toegepast. En het was een succes. Mede dankzij de inzet van het OK-team en de collega's van anesthesiologie, verpleging en fysiotherapie. We gaan de dagbehandeling nu aanbieden aan meer patiënten met een halve knieprothese in het vooruitzicht. Het gaat dan vooral om relatief jonge en fitte patiënten die thuis een mantelzorger hebben. Ik vind het top om mensen op dezelfde dag al te kunnen zeggen dat ze naar huis mogen. Het is niet alleen een compliment voor de patiënt die een paar uur na de operatie alweer fit genoeg is. Maar ook voor de prestaties die we als zorgprofessionals in teamverband leveren.”
Egbert Henst (68) is de eerste patiënt in de Sint Maartenskliniek die een halve knieprothese kreeg in een dagbehandeling. Hij vond het heerlijk dat hij dezelfde dag weer naar huis kon.
“Een week voor de operatie werd ik gebeld met de vraag of ik mee wilde doen aan de proef met de dagbehandeling voor een halve knieprothese. Ik zei meteen ja, want ik ben liever thuis dan in het ziekenhuis. Mijn knieën zijn versleten. Ik ben opgegroeid op de boerderij en heb als jochie met zakken meel van 50 kilo gesjouwd. Ergonomisch werken kenden we toen nog niet. Door de versleten knieën werd ik nachts wakker van de pijn. En ik was ook al een paar keer door mijn knieën gezakt. Het werd hoog tijd voor een halve knieprothese.”
“De dagbehandeling is me goed bevallen. Ik moest me om 7 uur ’s ochtends melden voor de operatie. En na een paar checks begon de operatie. Na afloop maakten ze op de uitslaapkamer meteen foto’s van de prothese om te zien of die goed zat. Terug op de kamer kwam de fysiotherapeut langs en deden we een aantal oefeningen en tests. Zo moest ik mijn knie buigen en een stukje met krukken lopen. Ook de artsen kwamen nog even langs om te kijken hoe het ging. Toen iedereen zei dat het goed was, kon ik gaan. Om 16.00 uur was ik weer thuis.”
“Thuis had ik goede zorg, want mijn vriendin was er. Ze hielp me. Ook hadden we goede instructies meegekregen en een telefoonnummer dat we ook ‘s nachts konden bellen als we toch vragen hadden. Dan zouden we meteen de dienstdoende arts aan de lijn krijgen. Maar dat was niet nodig. Het ging hartstikke goed. Twee weken later zat ik weer op de fiets.”
De komende 10 jaar wordt een stijging verwacht van het aantal artrosepatiënten naar 2,5 miljoen; dat zorgt voor een jaarlijkse groei van 3,5% tot 5% in de vraag naar knieprotheses. Om aan deze zorgvraag te voldoen met de huidige mensen en middelen, kijken we in de Sint Maartenskliniek altijd waar we processen kunnen verbeteren. Eén van deze verbeteringen is de zorg zo organiseren dat een patiënt zo snel mogelijk veilig weer naar huis kan en we weer een andere patiënt kunnen helpen.
