Voor wie?

 

Hoe wordt besloten welke behandeling je krijgt?

  • Je hebt een afspraak met de orthopedisch chirurg en de revalidatiearts. Zij bespreken met jou en je ouders de mogelijkheid van een operatie aan de spieren van je heup en/of bekken. Daarbij bespreken jullie de voor- en nadelen van wel of niet opereren. Maar ook hoe de operatie, de opname en het revalidatietraject eruit zien. Uiteindelijk nemen jullie een voorlopig besluit.
  • Je hebt met je ouders een teamafspraak met de revalidatiearts en de therapeuten. Daarin maken jullie afspraken over wat er vóór de operatie geregeld moet worden. We stemmen daarbij ook af met therapeuten bij jou in de buurt als die al betrokken zijn. We bespreken de ergo- en fysiotherapiebehandeling na de operatie, mogelijke knelpunten, voorwaarden om te starten met voorzieningen thuis en op school, vervoer, onderwijs, draagkracht / draaglast van het gezin en je verwachtingen over de periode na een eventuele operatie.
  • De revalidatiearts, fysiotherapeut en ergotherapeut zetten het traject verder in gang als jullie gekozen hebben voor een operatie.
  • Je ouders hebben soms nog een (telefonische) afspraak. Daarin wordt dan definitief besloten om wel of niet te gaan opereren.

Onze behandeling

print

Een goede voorbereiding van je bezoek aan onze polikliniek is belangrijk. Daarom is het handig als je vooraf van een aantal zaken op de hoogte bent.

Vragen formuleren

Een goed idee is om thuis met je ouders alvast op te schrijven welke vragen je ons wilt stellen en welke informatie je zelf wilt vertellen. Zo voorkom je dat je iets vergeet te zeggen. Bovendien kan het helpen om goed onder woorden te brengen wat je klachten zijn.

Sms-dienst

In principe ontvang je één week vóór je afspraak een sms-bericht van ons, met een herinnering aan onze afspraak. Als je geen mobiele telefoon hebt of geen sms-bericht wilt ontvangen, kunnen je ouders dit telefonisch aan ons doorgeven.

Waar meld je je?

Je meldt je samen met je ouder(s) bij de polikliniek Orthopedie, dertig minuten vóór de afgesproken tijd. Wanneer je voor de eerste keer komt, word je eerst ingeschreven. Zijn er gegevens (zoals adres, zorgverzekeraar of huisarts) veranderd, dan geven je ouders dat ook bij aankomst bij de polikliniek Orthopedie door. De polikliniek Orthopedie vind je vanuit de hoofdingang op de begane grond aan de linkerkant (routenummer 006). Als het nodig is, kun je gebruikmaken van een rolstoel (borg €2,00).

Als je niet kunt komen

Kunnen jij en je ouders niet naar de afspraak komen? Geef dit dan uiterlijk 24 uur van tevoren aan ons door via telefoonnummer (0485) 84 53 50 (maandag tot en met vrijdag 8.30 tot 16.30 uur).

Wat neem je mee?

Bij je bezoek aan de polikliniek is het belangrijk dat je ouders onderstaande zaken meenemen:

  • Afspraakbevestiging
  • Verzekeringspas
  • Legitimatiebewijs zoals paspoort, rijbewijs of identiteitsbewijs
  • Overzicht van medicijnen die je gebruikt (verkrijgbaar bij de apotheek) (indien van toepassing)

Voorkomen van MRSA- en BRMO-bacterie

De Sint Maartenskliniek stelt alles in het werk om infecties bij patiënten te voorkomen. Je kunt daar zelf aan meehelpen. Wanneer je één van de volgende vijf vragen met ‘ja’ kun beantwoorden, verzoeken wij jou en je ouders dit aan te geven bij de afdeling waar je onder behandeling bent. Je hebt dan mogelijk een verhoogde kans dat je de MRSA- of BRMO-bacterie draagt. Gezonde mensen worden van deze bacteriën niet ziek. Om te voorkomen dat andere patiënten besmet raken, worden er extra maatregelen genomen.

  • Heb je in de afgelopen twee maanden langer dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis gelegen?
  • Woon je in of hebben je ouders een bedrijf met levende vleeskalveren, varkens of vleeskuikens?
  • Ben je drager van de MRSA-bacterie of een ander Bijzonder Resistent Micro Organisme (BRMO)?
  • Zijn je ouders of andere gezinsleden drager van de MRSA-bacterie? Ben je opgenomen geweest in een Nederlands ziekenhuis of zorginstelling waar een probleem heerste met MRSA of een ander Bijzonder Resistent Micro Organisme (BRMO)?
print

Tijdens het eerste bezoek aan de polikliniek Orthopedie stellen we jou en je ouders een aantal vragen. Ook word je lichamelijk onderzocht.

Aanvullend onderzoek

Naar aanleiding van je ziektegeschiedenis en het lichamelijk onderzoek besluit de behandelaar of dezelfde dag nog andere onderzoeken nodig zijn, zoals bloed afname of röntgenfoto’s maken. Soms lukt het niet om een aanvullend onderzoek op dezelfde dag te laten plaatsvinden. Dan maken we met jou en je ouders een afspraak op een andere datum, of je ontvangt een mail met de datum van je nieuwe afspraak.

Medicatie

Jouw behandelaar kan tijdens het consult besluiten om je medicatie voor te schrijven. Het is dan ook belangrijk dat jij en je ouders weten welke medicatie je op dit moment gebruikt, of in het verleden hebt gebruikt. Denk daarbij ook aan medicatie waarvoor je allergisch bent.

Pre-operatief onderzoek

Als je behandelaar tijdens de afspraak een operatie adviseert en je gaat daarmee akkoord, dan zal je een oproep krijgen voor het pre-operatief onderzoek. Dit onderzoek is bedoeld om te beoordelen of de operatie veilig is uit te voeren. Het pre-operatief onderzoek is op de polikliniek Orthopedie en duurt ongeveer 2 uur. Soms lukt het om het pre-operatief onderzoek op dezelfde dag te laten plaatsvinden. 

print

Een tijdje vóór de operatie krijg je een afspraak op de POS-poli voor een pre-operatief onderzoek.
POS-poli is de afkorting van ‘Pre Operatieve Screening’. Dat betekent: het spreekuur vóór een operatie waarbij je narcose krijgt. Dit onderzoek is bedoeld om te beoordelen of we de aanstaande operatie veilig kunnen uitvoeren. Als er voorbereidingen nodig zijn voor de operatie, dan wordt dat ook tijdens het pre-operatief onderzoek besproken. Het pre-operatief onderzoek duurt ongeveer 2 uur.

Narcose wil zeggen dat je gaat ‘slapen’ met behulp van medicijnen. Je voelt daardoor niets van de operatie. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en zorgt er ook voor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de ‘slaapdokter’.

Wat gebeurt er op de POS-poli?

Op de POS-poli willen ze van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:

  • welke ziektes je hebt gehad;
  • of je koorts hebt;
  • of je verkouden bent;
  • soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dat doet geen pijn;
  • meestal nemen ze wat bloed af om te onderzoeken.

Daarna bespreken ze met jou en je ouders:

  • hoe het gaat als je onder narcose gaat;
  • hoe jij de narcose krijgt;
  • wat jou kan helpen als je pijn hebt of bang bent.

Als je ergens bang voor bent, kun je dat altijd tegen de Informatieverpleegkundige of tegen de anesthesioloog zeggen. Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Daarin kun je nog eens nalezen wat er is verteld. Na jouw bezoek aan de POS-poli, ga je naar de kinderafdeling. Dan zie je al waar je tijdens de opname komt.

Voorbereiding op pre-operatief onderzoek

Om het pre-operatief onderzoek zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, vragen wij aan je ouders om de anesthesievragenlijst (voor de opname) en het formulier ‘machtiging ouders’ ingevuld naar ons terug te sturen. Als je ouders het formulier pas een week voor het pre-operatief onderzoek ontvangen, dan kunnen ze het formulier beter meenemen tijdens het onderzoek, in plaats van het op te sturen. De anesthesievragenlijst wordt tijdens het pre-operatief onderzoek doorgenomen. Vraag je ouders om ook een actueel medicatieoverzicht van jou mee te nemen naar het pre-operatief onderzoek.

Verloop van het onderzoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd door de informatieverpleegkundige, de apothekersassistent, de anesthesioloog en de operateur. Ze hebben allemaal verschillende taken tijdens dit onderzoek, die we hier op een rijtje zetten.

De informatieverpleegkundige zorgt voor de volgende zaken:

  • Doornemen van de anesthesievragenlijst
  • Anamnese voor de kinderafdeling
  • Aanvullende informatie rondom de operatie
  • Instructies ter voorbereiding op de operatie
  • Indien gewenst geeft de informatieverpleegkundige je alvast een rondleiding op de kinderafdeling C4.

De apothekersassistent neemt met jou en je ouders door welke medicijnen jij (thuis) gebruikt. Als er onduidelijkheden zijn in het medicatiegebruik neemt de apothekersassistent, als je ouders daar geen bezwaar tegen hebben, contact op met je eigen apotheek.

De anesthesioloog beoordeelt op basis van alle medische gegevens jouw conditie en spreekt eventueel aanvullend onderzoek af. De anesthesioloog kijkt vanuit het oogpunt van de verdoving naar je algehele gezondheid en vertelt over de verdoving en pijnstilling rondom de operatie. Samen met je ouders bespreek je met de anesthesioloog ook wat de meest geschikte vorm van verdoving is en hoe de pijnbestrijding na de operatie wordt uitgevoerd. Het is niet altijd zo dat de anesthesioloog waar je mee praat, er ook altijd tijdens de operatiedag bij is. Soms neemt een collega, die met alle besproken informatie bekend is, het over.

Als het in de oproepbrief voor het pre-operatief onderzoek vermeld staat, is er ook nog een afspraak met de operateur. Dit is de orthopedisch chirurg die jou gaat opereren.

Aanvullend onderzoek

Het aanvullend onderzoek bestaat uit meten, wegen, soms bloed prikken, bloeddruk meten en opnemen van de hartslag. Indien nodig wordt er een hartfilmpje (ECG) gemaakt. Als er redenen zijn voor een afspraak bij de kinderarts of bij de internist, dan vindt dat consult diezelfde dag plaats. Het kan ook zijn dat de anesthesioloog aanvullend onderzoek regelt bij een andere specialist.

print

Voorafgaand aan de operatie krijg je een advies over hulpmiddelen die nodig zijn voor de periode van herstel thuis. Wat moeten jouw ouders of verzorgers vooraf regelen?

  • Een hoog-laag bed voor op de begane grond (via thuiszorgwinkel)
  • Urinaal/of een postoel of-verhoger (via thuiszorgwinkel)
  • Perthesrolstoel met abductiekussen (wordt geregeld door onze ergotherapeut)
  • Mogelijk transferhulpmiddel (zoals een transferplank of glijlaken)
  • Sta- en lig voorziening
  • Het vervoer van het ziekenhuis naar huis met een (lig)taxi
  • Kleding die makkelijk aan kan met een zijwaartse sluiting met klittenband. Dat maakt de verzorging een stuk makkelijker (zie afbeeldingen)

 

print

Je wordt geopereerd in de Sint MaartensKinderkliniek, locatie Boxmeer. Tijdens de operatie verlengt de orthopedisch chirurg de spieren rondom je heup. Daardoor trekken die spieren minder hard en komen je benen in een betere positie te staan. Na de operatie verblijf je 1 of 2 nachtjes op de kinderafdeling op locatie Boxmeer.

print

Je krijgt een afneembaar gips om je benen met een stok ertussen (zie afbeelding). Dit heet een broomstick. Door die stok blijven je benen in een spreidstand, zodat de spieren op lengte blijven en je kan herstellen van de operatie. Je draagt de broomstick 6 weken, minimaal 16 uur en bij voorkeur 20 uur per dag. Tijdens het verzorgen, bewegen en de therapie kun je de broomstick uitdoen. De verpleging of fysiotherapeut laat je zien hoe je dit doet.

Na 6 weken bouwen we de broomstick geleidelijk af. Tijdens de nacht kun je deze (in overleg) als slaapvoorziening blijven gebruiken.

print

Na het verblijf op de kinderafdeling ga je naar huis. Je kan niet in je eigen rolstoel. Je benen zitten voor een groot deel in het gips, waardoor je een rolstoel nodig hebt die zo groot is dat je benen goed kunnen steunen. Hiervoor gebruik je een speciale rolstoel: de Perthesrolstoel (zie afbeelding). Deze rolstoel gebruik je de eerste 10 weken na de operatie. Na 6 weken bouw je het gebruik van deze rolstoel geleidelijk af.

Je gaat met de rolstoeltaxi of eigen vervoer naar huis. Als je niet met de rolstoeltaxi naar huis gaat, kun je maximaal 60 minuten een autostoel met spreiding gebruiken, zonder de broomstick. Duurt de autorit van het ziekenhuis naar huis langer? Dan wordt dit eenmalig toegestaan. Eenmaal thuis zijn korte ritjes in een autostoel met spreiding toegestaan van maximaal 30 minuten.

De fysiotherapeut uit het ziekenhuis geeft je instructies, advies, oefeningen en een overdracht voor de fysiotherapeut thuis mee. Thuis start je meteen met oefenen. Je ouders of verzorgers krijgen van de orthopedisch chirurg ook pijnstilling voor je mee, inclusief instructie en advies voor het gebruik thuis. De verpleegkundige geeft bovendien advies over de verzorging. En we kijken of je in deze periode weer (deels) naar school kunt gaan. Dat hangt af van hoeveel zorg je nodig hebt en hoe goed je je kunt verplaatsen in een rolstoel.

print

In de week na de operatie start je met intensieve fysiotherapie en ergotherapie in de Sint Maartenskliniek en mogelijk deels thuis. We kijken hierin wat passend is voor jullie. De eerste week stemmen de fysiotherapeut en ergotherapeut alle voorzieningen en hulpmiddelen op je af, zodat je ze ook goed kunt gebruiken. Naast de therapieën volg je een beweegdagprogramma, waarbij je ouders of verzorgers jou begeleiden en de therapeuten jou coachen. In overleg met de klas vindt een deel van het beweegprogramma onder schooltijd plaats. Denk hierbij aan het staan in de statafel.

Door de intensieve therapie wordt het weer makkelijk voor je om te zitten in je eigen (rol)stoel, transfers te maken en dagelijks te staan. In week 6 kijken we hoe het met je gaat en wat je nodig hebt. Daar passen we de hoeveelheid therapie die je krijgt op aan.

print

Na de periode van intensieve poliklinische revalidatie ga je door met therapie, maar dan niet zo vaak als de eerste weken. In week 12 bekijken we weer hoe het met je gaat en wat je nodig hebt. Daar passen we de hoeveelheid therapie die je krijgt op aan. Dagelijks staan in de statafel (als dat lukt) blijft hierbij belangrijk.

print

Na de periode van poliklinische revalidatie ga je door me therapie, maar dan minder dan de eerste maanden. Een half jaar tot een jaar na de operatie blijf je meerdere keren per week oefenen. Dat doe je om weer sterker te worden in je spieren en activiteiten van voor de operatie weer op te pakken (zoals staan, fietsen of lopen in een loophulpmiddel). Dagelijks staan in de statafel blijft belangrijk.

print

In principe kun je na de operatie al weer snel naar school. Bij de start van de intensieve revalidatie kijken we wanneer je weer naar school kunt gaan. Maar ook hoe je dit goed kunt opbouwen. In die periode herstel je thuis en krijg je fysiotherapie aan huis. Je mag gewoon steunen op je benen tijdens deze herstelperiode. Deze periode zal niet gemakkelijk zijn en ook wel wat energie van je vragen. Je draagt namelijk het gips, waardoor je maar weinig kunt bewegen met je benen. Daarnaast heb je oefeningen voor thuis en therapie, terwijl je ook nog pijn kunt hebben.

print

We verwachten dat de operatie, met daarna het dagelijks staan in de statafel, een positieve invloed heeft op jouw heupontwikkeling. Door na je operatie 6 weken de intensieve poliklinische revalidatiebehandeling te volgen, werk je bovendien snel aan je herstel. Je leert dan weer activiteiten te doen die je vóór de operatie ook deed. Zoals zitten, staan, transfers maken, met een loophulpmiddel lopen en fietsen. En dit met zo min mogelijk pijnklachten in de benen.

  • Je krijgt veel fysiotherapie en ergotherapie die we individueel op je afstemmen.
  • Jouw verschillende behandelaars werken nauw met elkaar samen.
  • De rol van je ouders of verzorgers is heel belangrijk tijdens de revalidatie. Ze helpen jou om alles wat je in de revalidatie hebt geleerd, ook thuis toe te passen.
print

Deelnemen tijdens therapie

Je ouders of verzorgers zijn vaak aanwezig bij je revalidatiebehandeling. De fysio- en ergotherapeut laten hen zien wat je geleerd hebt, hoe zij dit thuis kunnen toepassen en hoe zij je daar het beste bij kunnen begeleiden. De bedoeling is dat je zoveel mogelijk zelfstandig doet. We bespreken met jou en je ouders of verzorgers hoe het gaat en hoe het oefenen thuis verloopt. Wekelijks maken we beeldmateriaal van wat je leert tijdens de therapie. En als het mogelijk is, maken jouw ouders ook filmpjes van hoe het thuis gaat. In het oefenportaal kunnen je ouders vragen stellen en krijgen ze tips aan de hand van de filmpjes.

Overleg met het behandelteam

Samen met het behandelteam stellen jij en je ouders of verzorgers de behandeldoelen vast. Ook bekijken jullie wat er nodig is om jou zo goed mogelijk vooruit te helpen. En wat er haalbaar is voor jou en je ouders. Het behandelprogramma wordt daarop afgestemd. In week 6 en 12 na de operatie hebben we een gesprek met je ouders of verzorgers. We bespreken dan hoe de behandeling is gegaan en wat nodig is om door te gaan met de behandeling. Na de eerste 6 weken passen we aan hoe lang en hoe vaak je de behandeling volgt.

print

Ongeveer zes weken en drie maanden na de operatie heb je een controleafspraak bij de orthopedisch chirurg en/of revalidatiearts op de polikliniek. Daarna ga je weer in het reguliere schema voor de heupscreening op het gezamenlijke spreekuur van de revalidatiearts en orthopedisch chirurg. Eén jaar en twee jaar na de operatie voeren we metingen uit om te zien of je verwachtingen gerealiseerd zijn en hoe je ontwikkeling verloopt.

Samen met je ouders of verzorgers krijg je een uitnodiging voor een zit-ligpoli en we doen enkele testen die je ook vóór je operatie hebt gehad. Het multidisciplinaire team bespreekt de gegevens uit deze metingen. Je ouders of verzorgers krijgen hiervan een schriftelijk verslag. Als het nodig is, stelt het behandelteam in overleg met jou en je ouders of verzorgers je behandeling bij.

print

Het multidisciplinaire kinderbehandelteam bestaat uit een revalidatiearts, orthopedisch chirurg, fysiotherapeut, ergotherapeut, gipsverbandmeester en technisch adviseur Revalidatietechniek. Zij werken intensief met elkaar en met jou samen. Is er ook een fysiotherapeut bij jou uit de buurt betrokken? Dan hebben we daar ook regelmatig overleg mee.

print

Heeft u na het lezen nog vragen of wilt u meer informatie? U kunt dan contact opnemen via (024) 365 9435.

E-mailen kan ook. Stuur een bericht naar [email protected].

Het verzenden van persoonlijke informatie via internet brengt altijd een bepaald risico met zich mee. Vanwege uw privacybescherming adviseren we u geen specifieke medische- of persoonsgegevens te vermelden.