Artikeloverzicht voor zorgprofessionals

Let op de secundaire stoornissen na een dwarslaesie

De uitval door een dwarslaesie kan zeer uiteenlopend zijn, met motorische, sensibele en/of autonome functiestoornissen. Secundaire stoornissen (zoals neuropathische pijn, gestoorde blaas- en darmlediging en seksuele disfuncties) worden bij dwarslaesiepatiënten met een relatief goede kracht en loopfunctie niet altijd onderkend. Terwijl ze wel frequent voorkomen en bovendien kunnen leiden tot ernstige beperkingen in het functioneren en de kwaliteit van leven.


Revalidatieartsen behandelen iedere persoon met ruggenmergletsel volgens het International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)-model. We adviseren daarom om iedere patiënt met (een verdenking op) ruggenmergletsel te verwijzen naar een revalidatiearts. Denk hier vooral aan bij een bewezen probleem in de wervelkolom, een val op de nek of de rug, en problemen met de aansturing van ledematen en organen (blaas, darm, seksualiteit) onder het niveau van de mogelijke dwarslaesie. De revalidatiearts kan met goede uitleg, gerichte adviezen en specifieke behandelingen (al dan niet in samenwerking met andere specialismen) de patiënt helpen om beperkingen in het dagelijks leven te verminderen, met een gunstig effect op de maatschappelijke participatie en de kwaliteit van leven.

Aanwijzingen voor in de praktijk

  1. Alle letsels van of schade aan het ruggenmerg en de cauda equina – door welke oorzaak dan ook – vallen onder de diagnose dwarslaesie.
  2. Dwarslaesies gaan gepaard met meer dan alleen verlamming: onder andere blaas- en darmproblemen, pijn, spasticiteit en problemen met seksualiteit zijn invaliderend en hebben een negatieve impact op het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven. Deze secundaire gevolgen bestaan soms ook zonder of bij een relatief goede motorische en sensibele restfunctie.
  3. Ook bij ogenschijnlijk goede motorische en sensibele restfunctie kan sprake zijn van invaliderende loopproblemen. Dit behoeft analyse binnen de medisch specialistische revalidatie.
  4. De revalidatiearts heeft kennis over, ervaring met en behandelmogelijkheden voor de verschillende gevolgen van een dwarslaesie, en werkt hierbij met verschillende (para)medici samen.
  5. Betrek de revalidatiearts wanneer u een patiënt ziet met een dwarslaesie, zelfs al lijken de gevolgen mee te vallen. Snelle herkenning is essentieel om de impact van deze gevolgen te verminderen. Ook wanneer deze problemen pas na de acute fase worden herkend, of als een patiënt in de geriatrische revalidatiezorg revalideert, is het betrekken van de revalidatiearts zinvol.

Het hele artikel lezen?
Dit artikel is een samenvatting van het artikel ‘Passende revalidatie bij niet-klassieke uitval na een dwarslaesie’, dat onze revalidatiearts Ilse van Nes schreef samen met Joost Baardman. Het hele artikel leest u op de website van het Tijdschrift voor Neurologie & Neurochirurgie.